top of page

Hoog // Diep: Nijmegen door de ogen van... student Antonia Leise

Tekst: Jozien Wijkhuijs | Foto's: Antonia Leise en Anne Hopman


Iedereen bekijkt de stad met andere ogen. De architectuur, de openbare ruimte en sociale ruimte van Nijmegen ervaart de een op een andere manier dan de ander. Hoog // diep gaat op pad met verschillende stadsbewoners uit alle hoeken van de samenleving. Door welke ogen zien zij de stad? Deze keer: Antonia Leise, een internationale student uit Duitsland.


De eerste keer dat Antonia Leise (23) Nijmegen zag, was in de lente van 2016. ‘Ik kwam voor een open dag van de universiteit. Het studieprogramma hier zag er goed uit, mede omdat ik wilde specialiseren in psycholinguïstiek. In de tussentijd ben ik van richting veranderd en studeer ik geschiedenis. Het eerste dat me opviel was dat al jullie wegbewijzering ronder en schattiger is dan in Duitsland,’ vertelt ze lachend. Verder weet ze niet veel meer over Nijmegen van die eerste dag. ‘Ik weet dat ik de universiteit erg leuk vond, al waren de gebouwen erg lelijk. Dat is wel ten goede veranderd in de tijd dat ik hier woon.’ Als voorbeeld van verbetering noemt ze het nieuwe Grotiusgebouw, het gebouw van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, dat in 2014 werd geopend. Ook het verdwijnen van de gebouwen aan de Thomas van Aquinostraat en de bouw van het Maria Montessori-gebouw vindt ze verbeteringen in hoe de campus er uitziet. ‘Wat ik wel altijd al mooi vond, is dat de campus zo groen is. Dat is in Duitsland wel anders, daar zijn universiteiten soms veel grijzer.’


De coronacrisis heeft voor een gekke beleving van de campus gezorgd, vertelt ze. ‘Toen de coronacrisis begon, was de campus een grote bouwput. Toen waren we er een tijd niet, kwamen we terug en was het klaar.’ Het verschil tussen haar en nieuwe studenten is merkbaar, zegt ze. ‘Voor hen is dit de campus zoals hij altijd is geweest. Er is geen overgangsperiode daarin geweest.’


Rolstoelvriendelijk

Antonia komt uit Reichenbach, een kleine plaats in de Duitse provincie Thüringen. ‘Daar staan veel huizen die we fachwerkhaus noemen, dat is een heel herkenbare stijl.’ Het zijn het soort huizen waar je aan denkt als je aan Duitsland denkt, met veel houten lijnen. Toen ze hier kwam, viel het haar direct op dat Nijmegen er heel anders uitziet. ‘Hier zijn veel bakstenen huizen, veel bomen… De straten lijken vrij veel op elkaar.’ Daardoor raakte ze de eerste keer dat ze ging fietsen ook verdwaald. ‘Ik dacht wel de hele tijd “wat een mooie stad”, terwijl ik de weg terugzocht. Ik had geen internet op mijn telefoon, dus heb 4,5 uur rondgereden. Zo heb ik wel alles gezien.’


"Mijn broer zit in een rolstoel en toen hij langskwam, kon hij overal gemakkelijk voortbewegen. Het is natuurlijk ook heel plat hier en door de fietsen zijn er overal hellingen de stoepen op en af, dat is voor hem ook heel fijn."


Toen Antonia hier kwam wonen, had ze al vijf jaar niet gefietst. ‘In het dorp waar ik vandaan kom heb je een auto nodig of je gaat met de bus.’ Hier fietst ze veel meer. Dat heeft zeker invloed op haar beleving van de stad. ‘Hier leef je meer in het publieke leven, meer buiten je huis.’ Het verbaast haar soms nog steeds wat de rol van de fietser is in het straatbeeld. ‘In Nijmegen en Nederland ben je de meest belangrijke weggebruiker, in Duitsland ben je slechts vervelend aanwezig. Ik vind het heel fijn dat fietsen hier veilig is, voor mezelf, maar ook voor het milieu bijvoorbeeld.’ Deze fietspaden hebben ook invloed op de toegankelijkheid van de stad, stelt ze. ‘Mijn broer zit in een rolstoel en toen hij langskwam, kon hij overal gemakkelijk voortbewegen. Het is natuurlijk ook heel plat hier en door de fietsen zijn er overal hellingen de stoepen op en af, dat is voor hem ook heel fijn.’

Lange Hezelstraat | Foto door Anne Hopman


Over die toegankelijkheid heeft ze nog wel wat opmerkingen. ‘Bussen zijn wel toegankelijk, maar rijden niet meer helemaal tot in het centrum. Dat maakt het voor mensen in een rolstoel soms lastig om naar de stad te gaan.’ Door de ogen van Anotonia valt het verder op dat de straten in Nijmegen een stuk beter verlicht zijn dan in haar geboorteplaats. ‘Als ik ’s avonds nog ga hardlopen, voel ik me daardoor een stuk veiliger op straat. Mijn moeder maakt zich wel nog steeds zorgen als ik het vertel.’


Niet erg toeristisch Haar favoriete plek in Nijmegen is de Lange Hezelstraat, vertelt ze. ‘Ik had daar de eerste date met mijn huidige vriend, met wie ik inmiddels al vier jaar samen ben. Je kunt alles in die straat. Winkelen, uit eten, koffiedrinken en uiteindelijk naar het Kronenburgerpark.’ Het hele centrum vindt ze leuk. ‘Het is charmant en open, een fijne plek om te wonen. Misschien niet voor een vakantie, want erg toeristisch is het niet. Maar dat is natuurlijk voor de bewoners een voordeel, want de stad is ook niet gebouwd op toeristen en houdt daardoor ruimte voor kleinschaligheid en gezellige winkels en cafés. Het is gebouwd om in te wonen, niet om te bezoeken.’

93 weergaven

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page