Dag sloop, hallo transformatie!
- ACN

- 1 dag geleden
- 6 minuten om te lezen
Tekst: Mieke Dings | Beeld: More or Less Design
Van Metterswane tot het UWV-gebouw en van de Intersport tot de GGD: Nijmegen sloopt de laatste jaren nogal wat af. Daartussen zitten hele kenmerkende gebouwen. Hoog // Diep redacteur Mieke Dings vraagt zich aan de hand van het gesloopte GGD-gebouw af of de sloophamer soms niet te snel wordt toegepast.
GGD gebouw naar ontwerp van R. Roukema en P.E. Hoeke | Beeld: More or less Design
De glooiende bestrating bij de ingang, de patio-achtige binnentuin en de donkere ontvangstruimte onderin: wie voor 2025 een vaccinatie haalde of om andere reden de GGD bezocht, herinnert zich deze entree vast nog. Het gebouw aan de Groenewoudseweg was speels, vrij van iedere grandeur en ademde in iedere hoek de geest van de jaren zeventig. Het was samen met de hier achter gelegen brandweerkazerne beeldbepalend voor dit stukje stad, waarbij de GGD met de voorkant aan de doorgaande weg duidelijk markanter was vormgegeven.
Was, want van het door R. Roukema en P.E. Hoeke ontworpen gebouw resteert niet veel meer. Het beton ligt in grote brokken op een hoop en een speciaal voor het gebouw ontworpen lichtmast hangt werkloos boven de glooiende bestrating. De GGD is er begin dit jaar al uitgetrokken en zit naar volle tevredenheid in de ālichte, ruime, prettigeāĀ en prijswinnende nieuwbouw verderop bij station Heyendaal. Op het bijna lege perceel aan de Groenewoudseweg start binnenkort de bouw van bijna tweehonderd studentenappartementen. En hoewel dat met het oog op het tekort aan studentenhuisvesting natuurlijk fantastisch nieuws is, is het ook spijtig dat er van het bijzondere gebouw, op wat her te gebruiken materiaal na, niets overblijft.
Het beton en de plafondplaten worden hergebruikt | Beeld: Mieke Dings
Komt tijd, komt raad
Hoewel; echt rouwig om de sloop lijken veel mensen niet te zijn, op een handvol architecten, collega-historici en liefhebbers na. Een enkeling die het op de site van de GelderlanderĀ opneemt voor het āiconische gebouwā, krijgt er meteen van langs: āIconisch gebouw? (ā¦) Het zou zomaar een datacenter kunnen zijn, dit betonnen blok.ā Zoān reactie staat niet op zichzelf: Post ā65 architectuur wordt door inwoners sowieso niet altijd even hoog gewaardeerd. Dat Nijmegen daarop geen uitzondering is, blijkt wel uit de vele gebouwen uit deze periode die jaar in, jaar uit worden voorgedragen voor de lijst met lelijkste gebouwen door lezers van bovengenoemde krant. Daarin prijken onder andere ook het voormalige Belastingkantoor tegenover Doornroosje en het Casino aan de Waalkade.
āOver honderd jaar vindt iedereen het prachtigā
De liefde voor dit soort gebouwen moet op gang komen. Over honderd jaar vindt iedereen het prachtig,ā zei Martjan Kuit, auteur van Bruut en liefhebber van brutalistische gebouwen uit deze periode hier eerder over. Daar zit, zeker in het Nijmeegse geval, nogal wat in. In het verleden is er hier namelijk nogal wat gesloopt dat tegenwoordig meteen op de monumentenlijst zou komen. Zo had, zonder door protesten afgedwongen bedenktijd, de benedenstad vrijwel geen middeleeuws pand meer over gehad. En inmiddels kunnen de tot voor kort nog volop verguisde wederopbouwpanden zich in toenemende publieke belangstelling verheugen. Het is dus wijs om niet te snel te slopen. Ook omdat er daarmee hele tijdlagen uit de stad verdwijnen. Gelukkig weet de gemeente dat zelf ook en won ze vorig jaar zelfs de BNG ErfgoedprijsĀ voor haar omgang met Post ā65 erfgoed. Het GGD-gebouw stond toen helaas al op de slooplijst.
Het voormalige Belastingkantoor staat vaak in de lijst van lelijkste gebouwen van Nijmegen
Beeld: More or less Design
Milieu-impact meerekenen
Los van dit soort cultuurhistorische argumenten, speelt in toenemende mate ook duurzaamheid een rol. Dat laatste was in het geval van het GGD gebouw dan ook de reden dat enkele gemeenteraadsleden het college opriepen de milieu-impact van sloop en nieuwbouw inzichtelijk te maken en mee te nemen in de totale planexploitatie. Omdat deze motie het niet haalde, blijft het gissen wat renovatie of transformatie in zoān geval gekost zou hebben. De gemeente wilde hier graag studentenhuisvesting. De SSH& - die eerder onder andere voormalige kloosters en de verpleegstersflat op de universiteitscampus transformeerde - onderzocht nog wel of het geheel of delen behouden konden blijven, maar het gebouw bleek lastig te verduurzamen, er zouden twee keer minder eenheden op de locatie passen en de kosten per verhuurbaar oppervlak zouden twee keer zo hoog uitvallen. Daarom koos ze voor energiezuinige nieuwbouw. Ze rekende daarbij echter niet, zoals op dit moment ook (nog) niet verplicht, de uitstoot van het maken van nieuwe materialen mee. Renovatie of transformatie had dan een ander kostenplaatje voortgebracht.
Ingebakken reflex van sloop en nieuwbouw ter discussie stellen
Uit onderzoek door Stichting Mevrouw Meijer blijkt dat, als de hele milieu-impact wordt meegenomen, in de meeste gevallen renoveren goedkoper en klimaatvriendelijker is dan nieuwbouw. Mede daarom zijn er ook steeds meer critici en architecten die zich uitspreken tegen sloop. EĆ©n ervan is het Franse architectenbureau Lacaton-Vassal, dat er al jaren voor pleit om nooit meer te slopen en wiens gedachtegoed door het winnen van de Pritzkerprijs in 2021Ā volop de aandacht kreeg. Anne Lacaton ziet sloop alsĀ āeen verspilling van energie, materiaal en geschiedenisā die bovendien āeen zeer negatieveĀ socialeĀ impact heeft.ā āNever demolish!?ā was ook de titel van een symposium aan de Independent School for the City vorig jaar. Daarbij ging het er vooral om de ingebakken reflex van sloop en nieuwbouw ter discussie te stellen. Begin dit jaar lanceerde de beweging House Europe! -Ā een Europees burgerinitiatief om het recht op renovatie in de wet te verankeren, omdat het slopen van bestaande gebouwen in hun woorden zo gedateerd is als āfood waste, fast fashion and single-use plasticsā. En hoewel de teller nog lang niet hoog genoeg staat om het initiatief daadwerkelijk op de agenda te krijgen, raakt het gedachtegoed hierachter wel steeds wijder verspreid.
Goede voorbeelden
Ondertussen verrijzen gelukkig ook steeds meer voorbeelden van Post ā65 gebouwen die succesvol gerenoveerd of getransformeerd zijn. Daartussen zitten veel grote kolossen zoals flats en voormalig kantoorgebouwen, waar het welbekende Estel-gebouw in Nijmegen er natuurlijk ƩƩn van is. Die hebben vaak zoān ruimtelijke en constructieve overmaat dat ze relatief makkelijk te transformeren zijn tot bijvoorbeeld appartementencomplexen. Dat ligt anders voor de meer kleinschalige, vaak meer structuralistisch opgebouwde jaren-zeventig-gebouwen waarvan het Burgerweeshuis in Amsterdam en Centraal Beheer in Apeldoorn misschien wel de bekendste voorbeelden zijn. Die zijn door hun strikte maatvoering, kleine volumes en vele hoogteverschillen vaak lastiger te herbestemmen en dat heeft in beide gevallen dan ook nogal wat hoofdbrekens gekost ā en dat kost het in Apeldoorn nog steeds.
In tegenstelling tot bij het GGD gebouw krijgen gemeentelijke erfgoedprofessionals hier nu wƩl de ruimte
Ook in Nijmegen ligt momenteel zoān structuralistisch gebouw onder de loep. Cultureel centrum de Lindenberg loopt, net als de GGD eerder, tegen veel problemen aan: het gebouw is te klein, biedt weinig flexibiliteit, is slecht rolstoeltoegankelijk en ondermaats geĆÆsoleerd. Bovendien lekken het dak en de leidingen, waardoor het beton her en der schilfert en scheurt. In tegenstelling tot bij het GGD-gebouw krijgen gemeentelijke erfgoedprofessionals hier nu wĆ©l de ruimte om de cultuurhistorische waarden van het gebouw te (laten) onderzoeken. Ook denken ze mee over de voor- en nadelen van verschillende scenarioās die momenteel bestaan: renovatie, transformatie of sloop en nieuwbouw.

De Lindenberg | Beeld: More or less Design
Eerder is het dakpark boven op het naoorlogse Salling warenhuis in Aarhus wel als inspiratiebron genoemd. Zoān constructie zou de lekkages kunnen verhelpen, het gebouw gedeeltelijk kunnen isoleren, extra ruimte op het dak kunnen creĆ«ren, de stad vergroenen en de ontmoetingsfunctie van het gebouw kunnen versterken. Hoewel het ongetwijfeld een flinke duit kost en daarmee nog lang niet alle problemen zijn opgelost, is het helemaal niet zoān gek idee om juist op deze unieke plek tussen stad en Valkhof en boven- en benedenstad een nieuw cultureel dakpark te maken. Wie wil er nou niet op zoān historische plek met weids uitzicht richting de Waal van een akoestisch lunchconcert genieten? De vernieuwde Lindenberg zou dĆ© locatie kunnen zijn waarmee Nijmegen als Culturele Hoofdstad in 2033 aan Europa laat zien hoe je Ć©cht duurzaam met je stad omgaat.

Het door Henning Larsen ontworpen dakpark bovenop het Salling warenhuis in Aarhus
Beeld: Leid JĆørgensen via wikicommons
Op 27 november 2025 organiseert ACN een programma over de waarde van Post '65 architectuur. Met architecten Bart van Kampen en Hedwig van der Linden en erfgoedexperts Leon van Meijel en Martijn Oosterhuis duiken we dan in het Nijmeegse Post ā65-verhaal.





























Opmerkingen