top of page

Dag van de Architectuur: de binnenstad in transitie

  • Foto van schrijver: ACN
    ACN
  • 14 jun
  • 6 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 18 jun

Dag van de Architectuur | terugblik


Verslag: Willem Claassen | Foto's: More or Less Design


Op de Dag van de Architectuur besprak ACN het verleden en de toekomst van de binnenstad, aansluitend op het landelijke thema In transitie. Hoe creëer je een nieuwe binnenstad waar wonen en ontmoeten meer centraal komen te staan? En wat kunnen we leren van de vorige grote transitie: het Mariënburgproject? In LUX keken we met architecten en stedenbouwkundigen terug naar de totstandkoming van de Marikenstraat 25 jaar geleden en naar de nieuwe plannen voor de Molenpoortpassage (Fier) en het oude V&D-pand (Fenix). 

Beeld: Houben / Van Mierlo
Beeld: Houben / Van Mierlo

Zwerven door de binnenstad

Stedenbouwkundige Martin Hagreis trapte de middag af en vertelde over de totstandkoming van het Mariënburgproject, waar hij als een soort openhartspecialist aan meewerkte. Hagreis schetste de situatie in 1989. De Nijmeegse binnenstad had in die tijd te maken met teruglopende bezoekersaantallen, dalende omzetten van ondernemers, afname arbeidsplaatsen en concurrentie van omliggende dorpen als Wijchen en Malden, onder andere omdat je daar gratis kon parkeren. ‘En dan was er nog de ontwikkeling van de Waalsprong, waardoor er kansen lagen voor de binnenstad om ook voor de andere kant van de Waal interessant te worden.’


'Rond de Mariënburg had je eerst een concentratie van kantoren en elders in de binnenstad winkels. Dat zouden we nu nooit meer doen.'

Probleem met de binnenstad was dat er ‘geen circuit’ in zat, legde Hagreis uit. Het Mariënburgproject (waar het Mariënburgplein, de Marikenstraat en de omliggende gebouwen onder vallen) heeft ervoor gezorgd dat het winkelende publiek niet meer hoefde terug te lopen, maar kon rondlopen door de binnenstad. De focus lag ook niet langer op de auto. ‘De plek werd weer aan de voetganger gegeven.’ Daarnaast kwam een einde aan het scheiden van functies. ‘Rond de Mariënburg had je eerst een concentratie van kantoren en elders in de binnenstad winkels. Dat zouden we nu nooit meer doen. Met het Mariënburgproject kreeg het gebied veel winkels en werd, landde een cultuurcluster in de binnenstad en 77 woningen.’ In 1993 presenteerde Soeters Van Eldonk architecten een masterplan voor het gebied. Verschillende architecten gaven invulling aan dit plan. In 2000 werd de Marikenstraat geopend.



 Links: Martin Hagreis, rechts: Jos van Eldonk


Gebouwen die tegen elkaar aankruipen

Jos van Eldonk, partner bij Soeters Van Eldonk ten tijde van het Mariënburgproject, nam het woord over van Hagreis. Hij vertelde dat het gebied in de jaren ’90 de no-go area van Nijmegen was. ‘Het verhaal ging rond dat alleen de burgemeester zijn hond uitliet in het parkje hier.’ Soeters Van Eldonk pleitte voor een mix van wonen, werken en uitgaan. Daarbij werd niet gekozen voor het modernisme van Le Corbusier, maar voor een meer historische benadering. ‘Bij het modernisme staan de huizen los van de ruimte en krijg je een winderige stad.  Wij gingen voor een verzameling gebouwen, die tegen elkaar aankruipen en waar de open ruimtes op elkaar aangesloten zijn. We wilden een stadsdeel maken dat inspiratie haalt uit de wederopbouw.’ 



Van Eldonk liet op een groot scherm de eerste schetsen van het project zien. ‘Het eerste plan had een tekort van veertig miljoen gulden’, zei hij. ‘We besloten niet te bezuinigen, maar te optimaliseren: meer programma dat geld oplevert.’ In de latere plannen werd de Marikenstraat smaller. Verder geen gesloten plinten, maar veel voorkanten van gebouwen. Ook ontstond een nieuw idee om iets te doen met het niveauverschil van vier meter: een winkelstraat met twee verdiepingen. ‘Daardoor werd het winkeloppervlak verdubbeld. Daar was Nederland niet aan gewend.’ De Marikenstraat kreeg in 2001 de Europese prijs voor kleinschalige winkelcentra.


‘We besloten niet te bezuinigen, maar te optimaliseren: meer programma dat geld oplevert.’

Fenix en Fier

Met de volgende spreker, Bas van Mierlo van Houben / Van Mierlo architecten, werd een sprong in de tijd gemaakt. De Eindhovense architect werkt aan de vernieuwing van het oude V&D-pand (Fenix) en de Molenpoortpassage (Fier). Hij gaf eerst de context van de twee projecten weer. Voor de oorlog waren in de binnenstad meer wegen, gassen, pleinen en kleine winkels, legde hij uit. Na de oorlog was die plek minder fijnmazig, met veel grote panden zoals warenhuizen en kantoren. Lang was daarbij het adagium van het centrum: winkel, winkel, winkelen. ‘Nu is er veel verkoop online en staan winkels vaker leeg. De opgave is nu: wonen, werken en winkelen.’ Omdat het om veel woningen gaat, is er in de binnenstad geen plek meer voor de auto en bus, stelde Van Mierlo vast. Ook moet er in de hoogte gebouwd worden. ‘Meer programma, want er is ook geld nodig.’


Bas van Mierlo
Bas van Mierlo

Voor het voormalige V&D-pand betekent dit optoppen: verdiepingen boven op het bestaande gebouw maken. Van Mierlo houdt daarbij rekening met bestaande hoogbouw. ‘Wat je ziet als je de stad benaderd is belangrijk. Het zicht naar sommige gebouwen, zoals de Sint Stevenskerk, wil je niet blokkeren.’ Met het ontwerp gaat het oude V&D-pand gaat van monofunctioneel naar mixed use. ‘Dwars door het gebouw maken we een gas waardoor er een verbinding komt tussen de Grote Markt en de steeg achter het pand.’ In Fenix komen 180 woningen, ook is er een uitkijk op de Waal en de stad. Het optoppen gaat stapsgewijs, zodat bestaande gebouwen geen schaduw krijgen. De betonstructuur blijft behouden. ‘We zorgen dat er contact wordt gemaakt met de stad.’


Lang was daarbij het adagium van het centrum: winkel, winkel, winkelen.

Bij Fier, oftewel de Molenpoortpassage, is er eveneens veel variatie en zal de mens voorop staan. Van Mierlo: ‘De parkeerplaatsen op het dak gaan weg. De verbinding tussen de Molenweg en Ziekerstraat blijft, maar de Tweede Walstraat krijgt ook een voorkant. Die straat functioneert nu vooral als toegang tot de oprijlaan naar het parkeerdak.’ Op beide plekken is veel aandacht voor groen. ‘Groen is belangrijk, al moeten we bij Fier wel rekening houden met een doorgang voor politie en de afvalophaaldienst.’


Openbare ruimte

In het aansluitende gesprek namen architect Sjoerd Soeters en stedenbouwkundige Paul Goedknegt plaats op het podium naast de eerdere sprekers. Soeters en Van Eldonk kregen de vraag hoe belangrijk zij als architecten kleinschaligheid en variatie in architectuur vinden, zoals te zien in het Mariënburgproject en de twee projecten van Bas van Mierlo. Van Eldonk: ‘Ons hele leven hebben we gestreden voor de menselijke maat. We zagen veel grote gebouwen waar niemand in- en uitgaat. Dat zijn geen leuke plekken.’ Soeters plaatste een kanttekening bij de nieuw gecreëerde openbare ruimte bij het projecten Fier en Fenix. ‘Hoeveel kun openbare ruimte kun je hebben? Krimpen werkt vaak goed, bijvoorbeeld door water toe te voegen of privé binnenhoven te creëren.’ Van Mierlo was het met hem eens. ‘Bij de Molenpoort gebruiken we de bestaande looplijn, alleen maken we meer verbinding. Bij het V&D-pand is dat anders, we wilden meer daglicht en we wilden die steeg betrekken.’



Links: Paul Goedknegt, Sjoerd Soeters en Martin Hagreis


Voor Goedknegt, werkzaam voor de gemeente Nijmegen, is veiligheid een vraagstuk, vertelde hij. ‘Enerzijds moet een plek levendig zijn, maar anderzijds ook veilig. Dat kan schuren. Je moet rekening houden met stakeholders, fatbikes en fietsers.’ Tot 2050 is de agenda voor een vernieuwde binnenstad complex geworden, merkte Goedknegt op, met veel wensen en verplichtingen. ‘We moeten uitkijken dat het centrum niet versnippert. Daarom moeten we regie houden.’ Hij vertelde dat de gemeente contact heeft met Rotterdam over hoe ze daar bijvoorbeeld omgaan met no-go area’s. ‘We leren van elkaar en zullen de veranderingen stap voor stap moeten doen.’


'We moeten uitkijken dat het centrum niet versnippert. Daarom moeten we regie houden.’

Vergroening

Er werden nog enkele schetsen getoond van het toekomstige straatbeeld in de binnenstad, want ook op andere plekken vinden veel aanpassingen plaats vernieuwd. Bij een schets van een vergroende Burchtstraat, reageerde Soeters. ‘Ik zie nog steeds veel verharding.’ Goedknegt: ‘We moeten rekening houden met de markt.’ Van Eldonk zag voordelen bij de brede Burchtstraat. ‘Voor de oorlog was die straat smal, daarna is hij breed gemaakt voor de auto’s. Dit hebben ze zo gelaten en nu is dat fijn, omdat je juist daar kunt vergroenen.’


Voordat de twee rondwandelingen (eentje door de Marikenstraat en eentje door Fier en Fenix) van start gingen, was er nog een vraag uit het publiek voor Van Mierlo. ‘Voor wie zijn de woningen?’ De architect antwoordde dat er voor beide projecten veel verschillende woningen beschikbaar komen: klein, midden en groot. ‘We willen diversiteit, jong en oud.’



Rondleiding door voormalig V&D-pand



Het landelijke thema van de Dag van de Architectuur is dit jaar 'In transitie'. Nederland is volop in transitie, en de architectuurpraktijk beweegt mee. De uitdagingen van deze tijd op het gebied van klimaat, energie, mobiliteit, economie, landbouw, water en sociale rechtvaardigheid vragen om een fundamenteel andere benadering van onze ruimte. Meer info



 
 
 

コメント


© Stichting Architectuurcentrum Nijmegen 2021 | Alle rechten voorbehouden

CONTACT

Architectuurcentrum Nijmegen (ACN)

Winselingseweg 16, U-74

6541 AK Nijmegen

06 11 62 02 17

info@architectuurcentrumnijmegen.nl

www.architectuurcentrumnijmegen.nl

OVER

Architectuurcentrum Nijmegen (ACN) is het centrum voor ideevorming en uitwisseling over architectuur, stedenbouwkunde en de ruimtelijke ontwikkeling van Nijmegen. In samenwerking met relevante partijen worden producties opgezet, debat-avonden en activiteiten georganiseerd. Het ACN zet daarbij haar kennis en netwerk in om dilemma’s in de stad te duiden, op de agenda te zetten en oplossingen aan te dragen. 

Lees meer...

bottom of page