top of page
  • Foto van schrijverACN

Daan Bruggink (ORGA)

ACN college | terugblik 14.02.2023


In hoeverre moet klimaatbestendigheid bepalend zijn voor architectuur? In 2023 nodigt ACN (interieur)architecten, kunstenaars en wetenschappers uit om te reflecteren op het thema ‘vorm volgt klimaat’. De Nijmeegse architect Daan Bruggink trapte de reeks af.

Daan Bruggink van architectenbureau ORGA stelt dat architectuur een grote, zo niet sturende rol kan spelen in de grootste maatschappelijke uitdagingen van onze tijd: de wereldwijde klimaatcrisis en het verdwijnen van de biodiversiteit. Tijdens dit ACN college vertelde hij hoe de architectuur van zijn bureau de verbinding met de natuur herstelt, vanuit de gedachte dat we zijn geëvolueerd met en in de natuur - en pas een paar honderd jaar leven in kunstmatige omgevingen. Met biofilische, regeneratieve gebouwen brengt ORGA de natuur weer terug in onze directe leefomgeving.


Architect Paul van Hontem opende de avond. ‘Vorm volgt klimaat, het thema van dit jaar is van internationaal belang.’ De belangrijkste waarden van een gebouw dat het nuttig, solide en mooi moet zijn, krijgt er wellicht één bij: het moet een klimaatbestendig ontwerp zijn. Het thema wordt dit jaar bij ACN op stedelijk niveau uitgelicht. Daan Bruggink, de goedlachse architect met een voorliefde voor natuur en biodiversiteit, betrad het podium. Het biofilisch ontwerpen, het zoveel mogelijk toevoegen van natuur in het bouwproces, kan de link herstellen tussen architectuur en natuur, stelt hij.


Als kind werd Bruggink al veel blootgesteld aan de natuur. Zijn liefde voor de natuur bracht hem verrassend genoeg niet naar de biologie, maar naar de architectuur - waar hij zoveel mogelijk natuur in zijn ontwerpen probeert te implementeren. Veel van het duurzaam bouwen dat zich nu ontwikkelt is vooral ‘minder slecht’ voor het klimaat, in plaats van goed. Circulariteit is ook erg belangrijk, maar het is moeilijk om dit geheel te realiseren. ‘Circulariteit is geen moeilijk begrip’ stelt Bruggink, ‘het gaat om het herstellen van de voorraad en het beheren van de bronnen’. Dat begint al bij de bouwmaterialen: Bauxiet en aluminium groeien niet terug, hout wel.

Om deze reden gebruikt Bruggink vooral hout in zijn ontwerpen. Hout slaat ook CO2 op, in plaats van dat het CO2 uitstoot. Ook worden veel materialen opnieuw gebruikt, denk hierbij bijvoorbeeld aan het hergebruik van kozijnen en vloeren. Zijn architectenbureau keek ook, bijvoorbeeld in Oirschot, naar de grond die ter plaatse aanwezig was en vervlocht deze materialen in de ontwerpen. ‘Redden we daarmee het klimaat? Jazeker!’


Hout is dus, naast het feit dat het ook op een natuurlijke wijze veroudert, een veel beter bouwmateriaal dan vaak wordt gedacht. De kosten van bouwen met hout zijn ook relatief minder gestegen in de afgelopen energiecrisis, waarin we zagen dat CO2-intensieve producten ook nóg duurder werden. Is er dan wel genoeg bos? Ja, het is zelfs zo dat er in Europa 30% méér bos is gekomen in de afgelopen 100 jaar. We bouwen schepen en huizen niet meer van hout, dus is de productie van houten materialen nu veel lager.


We komen uit de natuur, we zijn daar nog niet uit weg geëvolueerd. We wonen pas 200 jaar in een technologische en elektronische omgeving. ‘Niemand wordt gestrest van een bos, iedereen wordt daar ontspannen van.’ Zo vertelde Bruggink dat we in de zomer allemaal naar de natuur of een camping gaan, maar we kunnen dit ook in onze architectuur laten terugkomen om verbonden te zijn met de natuur.


En dat heeft verrijkende voordelen. Zo vertelde Bruggink over een tandartsenpraktijk die vrijwel geheel in een groene omgeving staat en van natuurlijke producten is gemaakt. Naast het feit dat de patiënten er blij van worden, bleek ook het personeel veel meer op zijn gemak: er werd minder ziekteverlof opgenomen en er wilden meer mensen op deze plek komen werken. Bruggink noemde ook andere inspirerende voorbeelden, zoals een openluchtlokaal dat werd gebouwd in een school waarbij boomstammen werden gebruikt voor de kolommen. ‘De conciërge van die school begon de kolommen te schuren, omdat alle kinderen daaraan voelden.’

Ook in het werk van grote ‘starchitecten’ zijn veel biofilische aspecten te herkennen, ondanks het gebruik van andere grondstoffen en stijlen. Bruggink had dit tijdens zijn opleiding tot architect nog niet direct door, maar het bewijst wel dat de meest geprezen gebouwen vaak biofilische aspecten in hun ontwerp verwerken. Aan de hand van een duurzaamheidstijdlijn lichtte Bruggink toe dat we nu van de energietransitie naar de welzijnstransitie zijn gegaan. ‘Ook het welzijn van gebouwen wordt tegenwoordig goed bekeken’. Daarmee herstellen we onze verbinding met de natuur, waarin ook bloei en verval belangrijke factoren zijn.


Over Daan Bruggink

Aanvankelijk wilde Bruggink bioloog worden, maar werd uiteindelijk architect. Hij studeerde in 2003 af aan TU Delft en richtte aansluitend ORGA architect op. Zijn architectuur wordt gekenmerkt door organische vormen, het gebruik van biobased materialen, technieken gebaseerd op oplossingen uit de natuur en het toepassen van zogenaamde biofilische ontwerpprincipes. Bruggink haalt inspiratie uit het werk van beroemde organische architecten als Frank Lloyd Wright en Antoni Gaudí.


Volgende ACN colleges in de reeks ‘vorm volgt klimaat’:


12 SEP 2023 | Odette Ex (Ex Interiors)

7 NOV 2023 | Jacob Voorthuis (TU Eindhoven)

 

Meer informatie over ORGA-architect: orga-architect.nl

537 weergaven

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page