Op naar de verzorgingsstad!
- ACN
- 23 apr
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 1 mei
Stadszaken | 23.04.2025 | terugblik
Verslag: Willem Claassen
Ā
Nederland vergrijst razendsnel, maar een passend woonklimaat voor ouderen ontbreekt. Hoe kunnen we een stad inrichten waarin we meer voor elkaar zorgen? Op 23 april lieten architect Erik Vrieling en onderzoeker Masi Mohammadi in de NYMA Makersplaats hun licht schijnen op deze thematiek. Tussen hun lezingen door spraken de senioren Irma van den Heuvel en Stanley Celestijn, beiden woonachtig in Lent, over hoe zij kijken naar het geschetste toekomstbeeld.

Beeld: Freepik
Erik Vrieling (de Architekten Cie.) wees in zijn lezing op een omslag in hoe we kijken naar de stad. Momenteel worden veel woningen gebouwd, die voor 50 procent bewoond gaan worden door 55-plussers. āZo hebben we nooit naar de stad gekeken. Nieuwbouw was altijd voor jonge mensen. Denk aan Vinex, wonen in de zandbak. Nu is het veel meer bouwen in de stad.ā Ontmoeten staat daarbij centraal, stelde de architect. āBij het ontwerpen voor ouderen wordt vaak gezegd dat het gaat om ontwerpen tegen eenzaamheid. Maar het gaat erom dat je een omgeving creĆ«ert waarin je elkaar gewoon kunt ontmoeten.āĀ
āBij het ontwerpen voor ouderen wordt vaak gezegd dat het gaat om ontwerpen tegen eenzaamheid. Maar het gaat erom dat je een omgeving creĆ«ert waarin je elkaar gewoon kunt ontmoeten.āĀ
Ā
Grootschaligheid
In zijn boek The Architecture of Ageing onderzoekt Vrieling wat vergrijzing betekent voor de woonomgeving en welke woonvormen daarbij passen. Grootschaligheid is onvermijdelijk, liet hij in zijn lezing doorschemeren. Voor de 55-plussers moeten de komende jaren een half miljoen woningen worden gebouwd. Bij de knarrenhofjes, die vaak gezien worden als ideaal, plaatste hij kanttekeningen. āZoān mini-samenleving heeft zijn charme. We kunnen er ook een hoop van leren. Maar omgaan met de sociale controle is een uitdaging.ā Ā
Zelf is Vrieling fan van de Aziatische condominiums, een soort minidorpje in de stad, vertelde hij. āWe hebben dit nog niet omarmd in het Westen, maar het kan leiden tot een socialere, zachte stad. Alleen dan niet op een Aziatische manier. Het kan ook nadelen hebben, zoals het buiten sluiten van mensen.āĀ Ā
Beeld: More Or Less Design
Elkaar ontmoeten in een informele omgevingĀ
De architect werkte mee aan de Makroon, een complex van huurappartementen in het centrum van Amsterdam. Dit project voldoet aan de belangrijke voorwaarde dat alles dichtbij zit: huisarts, apotheek, supermarkt, openbaar vervoer en theater. En er is voldoende ruimte gecreĆ«erd om elkaar te ontmoeten. āHet gaat om 150 appartementen, waarvan 32 plekken zijn voor zorginstellingen. Iedereen komt binnen door dezelfde ingang, en dan is er een hof, een binnenplaats. Mensen met en zonder zorg ontmoeten elkaar in een informele omgeving.āĀ Ā
Vrieling ziet toekomst in gestapelde hofjes, met galerijen in een U-vorm. Hij toonde hier nog een voorbeeld van. āJe woont dan met jouw community op een verdieping. En je deelt samen de lift. Iedereen in de omgeving is vertrouwd. Het is een heel andere beleving dan een portiekflat. Dan heb je die overgang niet en sta je, als je naar buiten gaat, meteen in de stad.āĀ
'Verder moet er nog meer woonwensonderzoek gedaan worden, zodat er niet vanuit aannames wordt ontworpen.ā
Logeren bij opa en omaĀ
Uit het publiek kwamen vragen over de beperkte woonruimte bij de projecten van Vrieling. Was er nog wel plekwaar de kleinkinderen bij opa en oma konden logeren, als ze op bezoek kwamen? āBij de Makroon zijn er twee hotelkamers, waar iedereen gebruik van kan makenā, zei Vrieling. āVerder moet er nog meer woonwensonderzoek gedaan worden, zodat er niet vanuit aannames wordt ontworpen.ā Maar niet alles zal mogelijk zijn, liet hij weten. āDan krijg je een appartement van 140 vierkante meter en dat is onbetaalbaar.ā Er zit altijd veel emotie bij woonwensen, vertelde hij. āDat heeft onder meer te maken met de idealen die zijn ontstaan in de eigen jeugd.ā
Ā

Beeld: More Or Less Design
Mix en cirkelvormigĀ
Na het verhaal van Vrieling kregen senioren Irma van den Heuvel en Stanley Celestijn het woord. Van den Heuvel woont sinds vier jaar in een eengezinswoning, vertelde ze. āIk ging met pensioen en was eigenlijk op zoek naar een appartement. Maar het leuke aan deze woning is dat je steeds in beweging bent. Alle voorzieningen zitten dichtbij. En het is een mooie mix: jonge gezinnen en ouderen.ā Ze hoopt over tien jaar ook in zoān mix te wonen. Een appartement ziet ze nog steeds zitten, gaf ze aan. āIn Wenen zag ik een gebouwmet dertig woningen. Dat kleinschalige lijkt me wel wat.ā Ā
Stanley Celestijn vertelde dat hij al twintig jaar in een woon- en werkpand woont. āHet voordeel is het velegroen, het nadeel: de trappen. Als je ouder wordt, is dat toch een beetje eng.ā Celestijn liet een tekening zien van een eigen idee: een cirkelvormig appartementencomplex. āErik, je bent te vierkantā, grapte hij tegen Vrieling. āEen cirkel verbindt mensen. In de midden is dan ruimte voor de community.ā Verder liet Celestijn weten dat hij behalve groen ook slimme technologie in de huizen belangrijk vindt. Van den Heuvel is ook voor technologie, zo liet ze weten. āMijn moeder zou in haar tijd erg geholpen zijn met eenvoudige hulpmiddelen. Dan had ze langer thuis kunnen wonen. Maar ik wil niet alle hoop op technologie richten.ā
Architectuur van empathieĀ
De tweede lezing begon filosofisch. Onderzoeker Masi Mohammadi (TUe en HAN) haalde Heidegger aan, die het mens zijn koppelde aan wonen en bouwen. Mohammadi: āDus het gaat niet over vierkante meters of over prijzen, het gaat over uw zijn.ā Volgens haar moeten we niet verzanden in idealisme, maar doorgronden wat wenselijk is. Ze sprak zich uit voor een architectuur van empathie. āHet gaat over u. Uw postcode zegt iets over u.ā Ā
āUit een wetenschappelijk artikel blijkt dat dementerenden meer van zoān VR-bril houden dan van fysieke verandering.'
De inrichting van gebouwen is van groot belang, legde Mohammadi uit. Huidige gebouwen maken ons ziek, leveren stress op en kunnen zorgen voor eenzaamheid. Met technologie kunnen we iets doen aan de omgeving. Ze noemde dat āhet ruimtelijke medicijnā. āKleine ingrepen kunnen iets veroorzaken. Het hoeft de boel niet op de kop te zetten.ā Als voorbeeld noemde ze de VR-bril, waardoor je even helemaal weg kunt zijn. āUit een wetenschappelijk artikel blijkt dat dementerenden meer van zoān VR-bril houden dan van fysieke verandering.ā De angst voor technologie noemde ze ākoudwatervreesā. āWe hoeven niet naar de verhalen van Hollywood te luisteren. We geven onszelf niet weg.ā
Huis als Mantelzorger
Mohammadi gaf uitleg over haar concept Huis als Mantelzorger, waarvan in Arnhem een inspiratiehuis staat. āDe technologieĆ«n werken ondersteunend en stimulerend voor mensen met beginnende dementie. Het is gericht op de basisbehoeften, zoals eten en slapen. Sensoren herkennen bijvoorbeeld een twijfelachtige manier van lopen. Vervolgens geeft de geur van brood of een geprojecteerde afbeelding van een boterham op de muur het signaal om te gaan eten. Denk ook aan oplichtende pijlen, aan stemmen en aan licht. De ervaring in de woning staat centraal.ā
Ook Mohammadi toonde zich kritisch over de geliefde knarrenhofjes. āVroeger was āgated communityā een scheldwoord. Nu willen we het. Het idee leeft dat als je met je buren bevriend bent, je verder niemand nodig hebt. Maar er zijn grenzen aan ontmoetingen. Het is niet voor iedereen.ā Juist in knarrenhofjes zul je ook mensen
hebben die eenzaam blijven, stelde Mohammadi. āHet is niet voor iedereen. Er zijn ook mensen met andere behoeften.ā
Eetbare wand
In het eindgesprek kwam de vraag naar voren hoe je voorkomt dat door techniek geen contact met de buitenwereld meer nodig is. Mohammadi vertelde dat contact met onder andere de natuur van groot belang is. Ze sprak over een eetbare wand, met aardbeien. āMet technologie stimuleren we ouderen ook om naar buiten te gaan. Maar de bottomline is: alleen inzetten als het nodig is, en het is niet bedoeld voor alles en iedereen.ā
Tot slot pleitte ze nog voor een andere titel voor de avond. āWe willen toch niet naar een verzorgingsstad? We willen naar een stimulerende stad!ā
Club Goud
Dit programma was onderdeel van de themareeks āHabitatā. In het jaarprogramma 'Habitat' bespreekt ACN hoe Nijmegen zich ruimtelijk kan ontwikkelen tot een nabije stad die leefwerelden samenbrengt Ć©n sociaal duurzaam is ontworpen. In aanloop naar de avond werden senioren betrokken bij het thema via een co-creatiesessie. Daaruit
nam ACN mee dat senioren niet alleen hulp willen ontvangen, maar vooral ook hulp willen bieden aan anderen. Dat zet de rol die we senioren in ons beeld vaak toebedelen in een ander licht. Ook kwam eruit dat ontmoetingsruimtes niet altijd de oplossing bieden voor eenzaamheid, omdat er ook groepsvorming kan ontstaan waar anderen niet in worden meegenomen. Het is dus belangrijk dat ontmoeting ook op een andere manier wordt gefaciliteerd. Dit vond plaats in samenwerking met Club Goud, een Nijmeegse stichting die met vernieuwende projecten ouderen binnen de maatschappij houdt.
ACN voedt het debat over de stad. Dat doen we natuurlijk niet alleen, maar met de ondersteuning van onze sponsoren, subsidiepartners én vrienden! Draag je ACN een warm hart toe en wil je een bijdrage leveren aan ons programma? Word dan vriend van ACN!
Dit programma is onderdeel van de themareeks āHabitatā. In het jaarprogramma 'Habitat' bespreekt ACN hoe Nijmegen zich ruimtelijk kan ontwikkelen tot een nabije stad die leefwerelden samenbrengt Ć©n sociaal duurzaam is ontworpen.
ComentƔrios