Nijmeegse ontwerpers aan het woord: Dominik Kriska en Ermin Jagurdzija
- ACN
- 22 mei
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 26 mei
Tekst: Willem Claassen | Foto's: More or Less Design
De stad herbergt tal van architecten, stedenbouwers en landschapsarchitecten met uiteenlopende expertises en visies. In de serie ‘Nijmeegse ontwerpers aan het woord’ vertellen zij over hun werk. Ook laten ze hun licht schijnen op de stad, de toekomst ervan en op het Nijmeegse architectuurklimaat. Deze keer: Dominik Kriska en Ermin Jagurdzija van adviesbureau Pouderoyen Tonnaer.

Pouderoyen Tonnaer, het bureau waar Dominik Kriska (landschapsarchitect) en Ermin Jagurdzija (ontwerper stedenbouw en landschap) respectievelijk 5 en 7 jaar voor werken, kent een lange geschiedenis. Architect Cees Pouderoyen (1912-1993) kwam in 1948 naar Nijmegen en maakte samen met zijn collega George Deur talloze ontwerpen voor wederopbouwprojecten in de stijl van de Bossche School. Onder meer de katholieke technische school Dr. Poels, het deels gesloopte klooster Doddendaal en woningen op de Haterse Hei werden door dit tweetal vormgegeven.
Tegenwoordig is het bureau samengevoegd met Tonnaer Adviseurs in Omgevingsrecht en vooral – maar niet uitsluitend – bezig met projecten buiten de stad. Bij binnenstedelijke projecten en projecten langs de rand van de stad neemt het bureau het landschap als uitgangspunt. ‘Dat komt omdat een groot deel van de medewerkers in Wageningen is opgeleid’, vertelt Kriska, ‘maar ook door de vraag vanuit de markt.’
‘Vroeger ging het vooral om het aantal woningen en dan als laatste puntje werd er naar het groen gekeken’
Groen en integraal
Werken aan stedenbouwkundige plannen vanuit een landschappelijk perspectief is in de huidige tijd een krachtige methode, merken de twee. ‘Vroeger ging het vooral om het aantal woningen en dan als laatste puntje werd er naar het groen gekeken’, zegt Jagurdzija. ‘Vaak werd de overgebleven ruimte bestemd voor groen in combinatie met overige functies. Dat was dan vaak versnipperd groen, maar kwantitatief voldeed het aan de eisen. Nu staan bij de overheid duurzaamheid en natuurinclusiviteit vaker voorop. Daardoor zijn tegenwoordig onze landschappelijke ontwerpen veel beter te motiveren.’

3D impressie van Bommelerwaard
Dat het bureau ook planologen en juristen in dienst heeft, zorgt er bovendien voor dat ze projecten integraal kunnen benaderen. Beleid en ontwerp trekken samen op. Kriska: ‘Daardoor kunnen we proactief zijn, bijvoorbeeld door al een bredere gebiedsopgave te identificeren en mogelijk andere partijen mee te nemen in het project. Zo zijn we de overheid voor en hoeft, als we een plan hebben voorgelegd, niet alles weer terug naar de tekentafel. Het gaat om maakbare plannen en mooie ontwerpen.’
Een product van A tot Z
Bij Pouderoyen Tonnaer werken ze op drie schaalniveaus: kavelniveau, wijkniveau en gebiedsniveau. Het nieuwbouwproject Loverbosch in het Brabantse Asten is een goed voorbeeld van een stedenbouwkundige uitbreiding op wijkniveau. Voor een landschappelijke dorpsrand werd een plan gemaakt voor 250 woningen, met onder andere brede groenstroken en het terugbrengen van een voormalige beekloop in de vorm van een wadilandschap. ‘Alle expertises werden voor dit project aangesproken’, vertelt Kriska. ‘Het is echt een product van A tot Z, met concepttekeningen, sfeerbeelden en oog voor beeldkwaliteit.’
‘Het is echt een product van A tot Z, met concepttekeningen, sfeerbeelden en oog voor beeldkwaliteit.’

Principe doorsneden Loverbosch
Een ander project waar ze trots op zijn, is een gebiedsvisie voor glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard. ‘Dit is een vlekkenplan met groenblauwe structuren en grote kavels, waarbij het idee is dat de bedrijven gezamenlijk gebruikmaken van voorzieningen zoals energie en infrastructuur’, legt Kriska uit. ‘We hebben meerdere varianten uitgetekend. Het is mooi om integraal en met een open blik naar een gebied te kijken. Dat vormt het uitgangspunt van een gesprek met de gemeente.’ Jagurdzija vult aan: ‘Onze planologen hebben aansluitend bij de visie al vroegtijdig bedrijven kunnen adviseren over vergunningaanvragen en dergelijke, waardoor ze in een vroeg stadium goed begeleid konden worden.’
Park15

De diversiteit aan projecten is groot. Kriska en Jagurdzija hebben gewerkt aan daktuinen, het vergroenen van provinciale wegen, het inrichten van zonneparken en een alpacaboerderij. Voor het industrieterrein Park15 bij Lent, langs de A15, maakten ze een ontwerp voor een landschappelijke inrichting naast de bedrijven. ‘Aan de rand hebben we het bestaande groen uitgebreid met fruit- en notenbomen’, vertelt Kriska, ‘en voor de buurtbewoners een wandelroute uitgetekend.’
Dikke pennen
Wat ze jammer vinden aan hun vak, is dat ze het traject vaak net voor het technisch ontwerp en de uitvoering uit handen moeten geven, vindt Kriska. ‘Je hoopt dan dat het er zo uit komt te zien zoals je het hebt bedacht, maar dat is afwachten. Misschien kunnen we in de toekomst langer betrokken blijven bij een project.’
‘Als je meewerkt met de natuur kost het minder.’
Jagurdzija vindt dat er op het gebied van groen nog veel moet gebeuren. ‘Er wordt ruimte voor gecreëerd, maar ze willen meestal niet dat het uitgroeit, want het moet netjes en goed te onderhouden blijven. Dan plaatsen ze struiken die twee meter breed moeten blijven, maar die ook prima zes meter kunnen worden. Daarnaast zie je in bloemkoolwijken veel Cotoneasters, die makkelijk te snoeien zijn maar die weinig toevoegen aan de biodiversiteit.’ In de stad is er volgens hem angst voor rommeligheid en het te duur worden van beheer. Er is een omslag in het beheer van groen nodig waarbij ruimte wordt gereserveerd voor het uitgroeien van planten. ‘Want als je meewerkt met de natuur kost het minder.’
Groene tunnel
Over Nijmegen zijn beiden zeer te spreken. ‘Een hele groene stad’, zegt Kriska. ‘Mijn favoriete plek is de Groenestraat, waar ik in mijn studententijd in de buurt heb gewoond. Die grote platanen en brede straten, dat werkt heel goed. Je rijdt in de zomer door een groene tunnel. Dan is het ook wat minder erg dat het verder behoorlijk stenig is.’ Het gebied rondom de Mariënburgkapel (met filmhuis Lux, de Marikenstraat en de doorgang bij het Vlaams Arsenaal) vindt hij zeer geslaagd. ‘Hoe het daar in elkaar overgaat, oud en nieuw, hoog en laag, dat zijn extreme, maar mooie contrasten.’
‘Lang is gedacht dat het gevoelloos was. Niet alles is even mooi, maar het heeft wel karakter.’
Jagurdzija is enthousiast over de Ooijpolder, waar hij heeft gewoond. Verder vindt hij Koningsdaal, de nieuwbouwwijk bij het Honigcomplex, goed gelukt. ‘Ze hebben gedacht: we gaan die oude herenhuizen niet precies namaken, maar we schuiven de historie ook niet helemaal opzij.’ Ook de wederopbouwwinkels in het centrum, zoals de H&M, hebben volgens Jagurdzija charme. ‘Lang is gedacht dat het gevoelloos was. Niet alles is even mooi, maar het heeft wel karakter.’
Dromen van herontwikkeling
Als ze iets zouden mogen herontwikkelen in de stad, dan gaat Jagurdzija voor een parkstructuur rondom het centrum. Hij zou het Hunnerpark, de Oranjesingel, Keizer Karelplein, Kronenburgersingel en het Joris Ivensplein met meer groen aan elkaar willen verbinden. ‘Een mooie gordel waar weer volop ruimte is voor voetgangers, en dan een markt op het Joris Ivensplein, net als vroeger.’
Kriska zou Plein ’44 onder handen willen nemen. ‘Vroeger was die plek een stuk groener, nu is het heel veel steen. Ik snap dat wel, omdat het plein veel functies heeft, maar ik zou het liever meer integreren met groen.’ Verder denkt hij aan de schuine kade bij de Nevengeul. ‘Die staat vol in de zon. Voor alledaags gebruik is het erg versteend. Je voelt je daar een beetje verloren, omdat er geen beschutting is.’ Hij zou meer beplanting plaatsen die bij de kade past. ‘Maar ook kunstobjecten voor de variatie. Ik zou voor meer schaduwplekken zorgen en de bankjes draaien zodat je verschillende zichtlijnen krijgt. De bomenrij bovenop is wel heel mooi.’
De vraag van Dominik Kriska en Ermin Jagurdzija aan de ontwerper in de volgende aflevering van deze serie: is stadslandbouw de toekomst van onze voedselvoorziening?
Comments