top of page

Mooie gebouwen. Een kwestie van smaak?

Foto van schrijver: ACNACN

Lezing en gesprek door architect Gus Tielens, filosoof Selby van Holthe en schoonheidsactivist Ruben Hanssen


Abstracte kubussen of megalomane prestigeprojecten van starchitects: extreme bouwwerken roepen altijd discussie op. En dat is niet gek. Gebruikers van de openbare ruimte worden dagelijks met gebouwen geconfronteerd. Wat we mooi vinden doet er dus toe, maar opvattingen daarover lopen nogal eens uiteen. Want wat is schoonheid? Kan het meer zijn dan ‘een kwestie van smaak’? En wie bepaalt wat mooie architectuur is? Deze avonden leerden we meer over schoonheid en de esthetische macht over onze ruimte, met architect Gus Tielens, filosoof Selby van Holthe en vloggende activist Ruben Hanssen . 


Foto's: Ramon Tjan


‘Ik ga u vier foto’s laten zien van vier kantoorcomplexen. En telkens stel ik de vraag: vindt u het mooi of vindt u het lelijk? Met deze opdracht opende gespreksleider Adriaan Duiveman de avond. Waar het Uffizi in Florence op een grotere meerderheid voor ‘mooi’ kan rekenen, brengt het Erasmusgebouw in Nijmegen het er belabberd vanaf. Wat is schoonheid precies? Is het gewoon een kwestie van smaak, of valt er meer over te zeggen? En wie bepaalt wat mooie architectuur is? Filosoof Selby van Holthe en architect Gus Tielens gaven hun kijk op wat gebouwen mooi maakt, en gingen daarna in gesprek met planoloog en online schoonheidsactivist Ruben Hanssen.


Schoonheid als tussenbegrip 

Is schoonheid altijd een kwestie van smaak geweest, zoals nu? Nee, stelde filosoof Selby van Holthe. De Griekse filosoof Plato zag schoonheid als een vaststaand, puur objectief ideaal. De Romeinse architect Vitruvius benaderde schoonheid  vanuit praktische verhoudingen en de menselijke maat. De 18e-eeuwse filosoof Immanuel Kant gooide dit om. Hij beschouwde schoonheid als iets volledig subjectiefs. Als we naar iets kijken, gaan onze verbeelding en ons verstand aan het werk. Wanneer dat samenspel tussen de verbeelding en het verstand harmonisch verloopt, dan vinden we iets mooi. En dat is voor iedereen verschillend. 


Ook nu zou schoonheid niet puur een kwestie van smaak moeten zijn, stelde Van Holthe. Maar ook moeten we niet terug naar een objectieve definitie. Die tussenweg vindt ze in het werk van de Duitse filosoof Friedrich Hölderlin. Schoonheid vindt plaatst in een soort tussengebied, stelt Van Holthe. Ze vergeleek schoonheid met verliefdheid. ‘Verliefdheid gaat niet alleen over de ander, maar ook niet alleen over jezelf.’ Kortom, het is iets dat tussen beiden ontstaat. Op eenzelfde manier is schoonheid iets dat ontstaat tussen individuen en tussen individuen en hun bebouwde omgeving. 


Schoonheid in variatie

Na de lezing van Van Holthe, schotelde architect Thielens allereerst de Google-zoekresultaten van het woord ‘schoonheid’ aan het publiek voor. Wie ‘schoonheid’ googelt, vindt vooral veel afbeeldingen van botox-correcties. Ons standaardbegrip van schoonheid is beperkt, gekaderd en saai, stelde Thielens. De architect ziet schoonheid juist in het omarmen van diversiteit, en noemde vier pilaren voor mooie architectuur: specifiek, ruimhartig, verbindend en nieuwsgierig. Ieder gebouw moet een gebouw specifiek voor die unieke plek zijn. Het moet niet zomaar overal kunnen staan. Daarnaast zijn gebouwen mooier als ze ruimte laten voor dieren en planten om deel te worden van de beleving. Schoonheid zit ook in verbinding. Een architectonisch element zoals een nis, zorgt bijvoorbeeld voor een soort ontmoetingsplaats tussen stoep en binnenruimte. Op die manier zorgt het voor interactie tussen mensen en de wereld om hen heen. Tot slot moet mooie architectuur nieuwsgierigheid uitlokken. ‘Een gebouw kan interessant worden als je je erin verdiept’, stelt Thielens. 


Wat de bevolking mooi vindt 

Duiveman ging vervolgens in gesprek met Hanssen, planoloog en de persoon achter het YouTube-kanaal The Aesthetic City. Hanssen zet zich in voor architectuur die ‘de meeste mensen’ mooi vinden. Hij noemde het vreemd dat er in zijn studie planologie nooit over ‘schoonheid’ werd gesproken, terwijl mensen in het alledaagse leven voortdurend dingen mooi of lelijk noemen. Volgens hem leidt een pragmatische en democratische benadering, waarbij wordt gekeken naar wat de bevolking mooi vindt, tot architectuur die meer in lijn is met wat de gemeenschap mooi vindt. Als je aan twee of drie mensen vraagt wat ze mooi vinden, weet je nog niets. ‘Maar als je aan 100.000 mensen vraagt wat ze mooi vinden, ga je patronen zien’, vertelde Hanssen. Nieuwsgierigheid naar de redenen achter deze patronen geeft inzicht in de esthetische voorkeuren van culturen en gemeenschappen. Hanssen noemde voorbeelden zoals leesbaarheid, duidelijke verdiepingen en zich herhalende patronen. 


Lelijkheid en langetermijndenken

Duiveman begint het gesprek met de tegenpool van schoonheid: wat is lelijkheid? Bij Van Holthe roept die vraag een parallel op met het begrip gezondheid. ‘Gezondheid definiëren is lastig, maar als je de volgende ochtend ziek wakker wordt, weet je dat je iets bent verloren.’ Voor Hanssen benadrukt Van Holthe’s opmerking het belang van de eerste indruk. Je kunt ook schoonheid leren zien in een ruïne of een verloederd winkelcentrum, maar volgens hem moet de vraag zijn: ‘Wat is de gut reaction als mensen iets voor het eerst zien?’ 


Ook het langetermijnperspectief van architectuur kwam aan bod. Gebouwen blijven decennialang staan en we ons bewust moeten zijn van de impact op toekomstige generaties, stelt Thielens. Ze benadrukte dat we ‘het DNA van een plek’ moeten leren kennen. Wat past er op die specifieke plek, voor nu en in de toekomst? Hanssen pleitte eveneens voor een evenwicht tussen behoud van het verleden en innovatie voor de toekomst. Van Holthe voegde toe dat juist een zekere mate van contrast en schuring schoonheid kan toevoegen aan de omgeving. Thielens sloot zich daarbij aan: ‘Harmonie kan ook saai worden.’


‘Hoe zou de bebouwde toekomst en volgens jullie uit moeten zien?’, vroeg Duiveman tot slot. Waar Hanssen hoop wil bieden voor een beter bebouwde omgeving voor de mensen die er moeten wonen, wezen Van Holthe en Thielens op het groeiend bewustzijn van de interactie tussen menselijke creaties en de natuurlijke omgeving. Zo verwees Van Holthe naar het ‘water en bodem sturend principe’, waarbij meer wordt ‘geluisterd’ naar hoe de omgeving zich gedraagt. Zo concludeerde van Holthe: ‘In plaats van dat wij bepalen hoe de ruimtelijke ordening eruit moet zien, gaan we steeds meer zien dat we onderdeel zijn van een heel systeem’.


Over de sprekers

Gus Tielens is architect bij Korth Tielens architecten. Ze won meerdere architectuurprijzen, waaronder de Abe Bonnemaprijs 2021 voor Spaarndammerhart, volkswoningbouw waarbij volgens de jury schoonheid en toegankelijkheid hand in hand gaan. 


Selby van Holthe is filosoof, gespecialiseerd in esthetica. In opdracht van de Nijmeegse woningcorporatie Talis onderzoekt ze wat  ‘schoonheid’ voor de organisatie betekent als beleidspunt. Ze promoveert daarnaast aan de Radboud Universiteit op de esthetica van filosoof Friedrich Hölderlin (1770-1843).


Ruben Hanssen is planoloog, vlogger en schoonheidsactivist. Op zijn YouTubekanaal The Aesthetic City – met inmiddels meer dan 100.000 abonnees – pleit hij voor mooiere nieuwbouw. Hij neemt deel aan het gesprek. 


Illustratie: Drip for Drip


Dit programma was een samenwerking tussen ACN en Radboud Reflects



345 weergaven

Gerelateerde posts

Alles weergeven

Comments


© Stichting Architectuurcentrum Nijmegen 2021 | Alle rechten voorbehouden

CONTACT

Architectuurcentrum Nijmegen (ACN)

Winselingseweg 16, U-74

6541 AK Nijmegen

06 11 62 02 17

info@architectuurcentrumnijmegen.nl

www.architectuurcentrumnijmegen.nl

OVER

Architectuurcentrum Nijmegen (ACN) is het centrum voor ideevorming en uitwisseling over architectuur, stedenbouwkunde en de ruimtelijke ontwikkeling van Nijmegen. In samenwerking met relevante partijen worden producties opgezet, debat-avonden en activiteiten georganiseerd. Het ACN zet daarbij haar kennis en netwerk in om dilemma’s in de stad te duiden, op de agenda te zetten en oplossingen aan te dragen. 

Lees meer...

bottom of page