top of page
  • Foto van schrijverACN

ACN presenteert: Natuurlijk Ontwerp (livestream)

Zoutkristallen, isolatie van schimmels, spijkers van hout. Hoe beïnvloeden circulaire en biobased producten het ontwerp van toekomstige gebouwen? Op 8 december maakten we ons jaarprogramma ‘De stad als ecosysteem’ compleet met pitchpresentaties en interviews over natuurlijke bouwmaterialen en experimentele technieken die hun weg naar de sector snel moeten vinden! De stad is namelijk een grootverbruiker van energie en grondstoffen. Samen met vier gastsprekers zetten we vernieuwende circulaire bouwmethoden en materialen in de spotlights. Wat is er nodig voor een biobased revolutie? Bekijk hier de livestream: link of lees hieronder het verslag.

Beeld: RaphaEla


Storyteller en presentator Lucas de Man (stichting Nieuwe Helden) lichtte zijn wervelende carrière als aanjager van biobased denken en bouwen toe. Als artist in residence bij de Rabobank zocht hij een oplossing voor de ‘wegwerpdecors’ die de sector veel gebruikt en vond het ideale alternatief in mycelium, een combinatie van gras en paddenstoelen. Het vormde de opmaat voor de bouw van het Growing Pavilion, een volledig biobased paviljoen van hout, rijst, jute en lisdodde op de Dutch Design Week (DDW). Het paviljoen werd onderscheiden met een Dezeen award en stond op de Floriade. Zijn doel als kunstenaar: de schoonheid laten zien van circulaire materialen. Als curator biobased bouwen aan de DDW onderzocht hij nieuwe materialen, circulaire methodieken en modulaire ontwerpen voor een betaalbare en duurzame bouwsector. Dit leidde tot The Exploded View, een 1:4 maquette met wanden van melkresten, popcorn als isolatie, een vloer van geperste eierschalen, mangoleer en een 3D gesprint toilet van afvalwater in een volledig modulaire opbouw. Ontwerpers, producenten, architecten, bouwers, universiteiten en overheid, alle partijen zijn nu nodig om de onvermijdelijke volgende stap te zetten. Kennisdeling is key. De Mans volgende project: een 1:1 expositie om de keten van landbouwsystemen, riolering, waardenstelsels en bouwbehoefte volledig opnieuw te overdenken om te laten zien wat er kan. Pablo van der Lugt (Green Matters / TU Delft en schrijver van Tomorrow’s Timber) nam ons mee in de laatste ontwikkelingen op productgebied en richt onze blik op de toekomst: biobased bouwen met een focus op hout en opschaling. De natuur is circulair, daar gaat de biobased cyclus over aldus Van der Lugt. De hoofddoelstelling: a-biotische grondstoffen in de technische cirkel vervangen door natuurlijke grondstoffen. Ook op gebouwniveau. Dat kan inmiddels door de laatste ontwikkeling in houtbouw: masstimber systemen. Volledig houten constructies nauwkeurig ge(pre)fabriceerd. Schoon en snel te assembleren met grote overspanningen. Dit scheelt kosten, vervoersbewegingen, en dus ook hier een forse besparing aan uitstoot. Die constructies gaan nu de hoogte in: Hotel Jakarta op Java-eiland, de geplande houten kantoortoren op de Zuid-as en internationale voorbeelden laten zien dat het kan. De voornaamste milieuvoordelen: Hout groeit en neemt CO2 op (opname), hout is CO2 negatief, de helft van het materiaal is een ‘CO2 bank’ (opslag) en je vervangt met hout andere CO2 belastende materialen (vermeden emissie). Een belangrijke stap is dat al deze voordelen mee gaan tellen in de rekentools die gekoppeld zijn aan de normering voor de milieuprestatie van gebouwen (MPG). Is er wel genoeg hout om radicaal in hout te gaan bouwen? Ja, Europa bestaat voor ongeveer 42% aan duurzaam onderhouden (productie)bossen; een houten villa groeit binnen 20 seconden terug. Hout is bovendien goed bewerkbaar en dus geschikt voor hergebruik en demontabele verbindingen. Gemiddeld kent hout in 100 jaar 3 tot 4 levens: als balk, lat, plaatmateriaal en tenslotte verbranding voor energie. In die tijd is het bos al meer dan 3x teruggegroeid. Het is aan ons om hout als de standaard te zien voor de bouw van woningen, stadions en steden.

Lideweij Lenders (architect MAATworks) presenteerde Mijn Houten Huis: vijf rijwoningen in Nijmegen Noord. Met dit voorbeeldproject voor het gebruik van constructieve geprefabriceerde oplossingen in hout, won MAATworks de Spaanse Egurtek runner-up Award 2020 in de categorie bouw. Lenders vond inspiratie in de bouw van huizen die onze voorouders bouwden. Die lieten ze als ze stierven vergaan en deze vervielen weer tot ‘natuur’. Dat kan alleen als je bouwt met natuurlijke materialen. Een andere inspiratie is de mens als natuurlijk wezen, biologische factoren bepalen ons gedrag en welbevinden. Hij loopt bijvoorbeeld altijd naar het licht toe. Dit neemt MAATworks mee in het ontwerp van hun woningen: lichtinval, een dampopen gevel en spuiventilatie als nachtkoeling zitten standaard in hun repertoire. Zij raakten overtuigd van de eigenschappen van Cross Laminated Timber (CLT) voor hun ‘bioklimatische’ ontwerpen, juist door onverdraagzaamheid van het materiaal ten opzichte van maattoleranties. De architect wordt een soort meubelmaker die op tekening een perfecte bouwdoos uittekent die binnen een week gebouwd kan worden. Zonder vertraging en de bekende faalkosten. Vergelijk je een traditioneel casco met een houten casco dan heb je 65% van het volume aan materiaal nodig, 25% aan gewicht (minder zware fundering, minder vervoersuitstoot) en een negatieve CO2 footprint van 50%. Hoe kan dat betaalbaar? Door een standaardplan met industriekwaliteit te ontwerpen en detailleren, zoals ze met Mijn Houten Huis laten zien. Bouwen in hout is bovendien veel gezonder dan bijvoorbeeld gietbouw, de bouwer haalt zijn pensioenleeftijd. Is het waardevast? Zeker, in Amsterdam werd hun 3 laagse woning in hout hoger getaxeerd dan het 4-laagse traditionele huis van de buren. Lenders is optimistisch: De problemen die we nu kennen zijn in hele korte tijd ontstaan. We overvragen onze wereld sinds de industriële revolutie en hebben te maken met een enorme bevolkingsgroei. Tegelijk heeft de invoering van de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) in 1995 geleid tot bijna energieneutrale gebouwen vandaag, we zijn in korte tijd dus ver gekomen. “Laten de wereld schoon achterlaten.” Tenslotte presenteerde ecobouwer Patrick Schreven (ECO+BOUW) de voordelen van ecologisch bouwen. Schreven: we moeten het hebben over waarden en niet meer alleen over kosten. Woningen in natuurlijke materialen zijn gezonder, comfortabeler, energiezuiniger en dus waardevoller dan de relatief vochtige en koude huizen van nu. Die huizen leveren nu veel ziektebeelden en dus ook kosten op voor een toenemende groei van COPD, astma en allergieën door huisstofmijt , schimmels en bacteriën. Comfort, akoestiek, geur en welzijn zijn vanzelfsprekende waarden bij gebruik van biobased materialen. Ze zijn dampopen, vocht kan de constructie uit en drogere lucht is makkelijker te verwarmen en te koelen. Dat zorgt voor een gezonder binnenklimaat. We zoeken circulaire oplossingen nu in de technologische kringloop, maar juist in de biobased kringloop wordt CO2 opgeslagen. Waarom bouwen we dan nog te weinig biobased? We hebben het imago van de Hobbitstee, aldus Schreven, terwijl modern ecologische bouwen uitstekend kan. En grote bouwbedrijven moeten wennen aan biobased materialen als kalkhennep, strobouw (ook prefab), houtskeletbouw en CLT. We moeten ook demontabel bouwen en dat doen we nu ook. In ieder geval veel demontabeler dan metselwerk en kalkzandsteen. Zijn zorg: er zijn veel onkundige cowboys die nu de markt op komen, dit beschadigt het imago en de opkomst van biobased. Lees je als bouwer dus goed in over hoe je de materialen gebruikt. Schreven draagt zelf bij aan de verspreiding van kennis met de oprichting van kenniscentrum Circulaire Bouw: vanuit bedrijven, provincie en regionale opleidingen wordt alle beschikbare kennis gedeeld om meer gezonde woningen te kunnen realiseren. Discussie Als het allemaal kan en betaalbaar is, waarom doen we het dan nog niet? Het is onbekend, we zitten in een ‘biobubble’. De Tegenlichtuitzending over houtbouw was een wake-up call en er ontstaat nu – ondanks de wat hogere kosten van biobased bouwen – wel momentum. We zijn ook het effect van natuur op de mens vergeten. Kinderen hebben bijvoorbeeld een lagere hartslag in een school van hout, ze presenteren beter, er is minder vandalisme. Tenslotte speelt ons taalgebruik een rol: iets is ‘steengoed’, een houten huis blaas je omver. Wat moet er in de wet nog veranderen? Het meerekenen van CO2 opslag in de meetmodellen en milieu-impact berekeningen. Het is echt absurd dat dit niet gebeurd, het is niet meer uitlegbaar. We gaan nu bijna overstag. EPC was de motor achter nieuwe producten die ook meer mochten kosten om aan de normen te voldoen. Waardering van biobased boven de technische kringloop is daarbij essentieel. Het is tijd voor een CO2 taks die zorgt voor meer belasting van de kostprijs voor niet biobased producten. Is de bottleneck te weinig kennis? Er is meer onderzoeksresultaat nodig over biophillic design: het leidt namelijk tot hogere productiviteit, minder verzuim en meer rust. Er is tijdens de opleiding tot bouwer geen aandacht voor houtbouw of biobased materialen en docenten weten nu nog niet waar het over gaat. Een eerste stap: leraren up to date brengen. Er is ook geen leerstoel voor houtbouw aan de TU Eindhoven of TU Delft, terwijl er in de markt heel veel vraag is en de paar bureaus die houtbouw kunnen doorrekenen zijn overbelast. Dat leidt tot projecten die sneuvelen. We hebben dus meer adviesbureaus nodig voor brandveiligheid en constructie. En we hebben standaardisering nodig om in hout te bouwen, want dat leidt tot een kostprijs die lager ligt dan traditionele bouwtechnieken.

Op naar een houten eeuw!


Dit is een programma in het kader van ‘A SUNNY AFTERNOON: De stad als ecosysteem’. Afgelopen jaar onderzocht het Architectuurcentrum Nijmegen (ACN) de betekenis van natuur in de stad, we bekeken de stad door de ogen van het dier, zetten natuurinclusieve hoogbouw op de agenda en stelden voedsel uit de stad op de proef.

548 weergaven

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page