ACN college | terugblik 06.09.2022
In het vierde college van 2022 was architect Floor Frings te gast. Frings is oprichter van Mato architecten (2015) en studeerde cum laude af aan de TU Eindhoven. Ze ontving een Archiprix-nominatie voor haar afstudeerproject Resensing Space. Sinds 2021 is Frings partner bij het Eindhovense ontwerpbureau Werkstatt, waar ze samen met architecten Raoul Vleugels en Niels Groeneveld ontwerpen maakt voor een ecologische en sociale leefomgeving. Tijdens haar ACN college vertelde Frings over ontwerpen op het raakvlak van design en architectuur, haar voorliefde voor de werkplaats en haar fascinatie voor materiaal en kleur.
Bij bureau Werkstatt staat (natuurlijk) materiaalgebruik centraal – een gedachte die sinds de oprichting van Mato architecten (kort voor material thoughts) als rode draad terugkomt in Frings’ werk. In haar college liet ze een gedeelte van haar afstudeerproject zien, dat ze oorspronkelijk op de laptop had ontworpen. Door digitaal te tekenen ontstond echter afstand tot het project, zei ze. ‘Ik had het gevoel dat iets door mijn vingers glipte.’ Toen ze de witte ruimte van drie millimeter dik karton in een grote loods in Eindhoven een-op-een bouwde, merkte ze dat de detaillering niet klopte. Zo sprongen de naden van het karton er visueel uit – het waren zaken die niet in de computer vooraf te zien waren. Ook de zintuigelijke ervaring was anders. ‘Het lopen over het zachte karton, de weerkaatsende geluiden – het spel van de materialen – kon ik niet uit renders halen.’
Terug naar de grondstof
Het focussen op materialen deed Frings onder meer bij designercollectief Collaboration O in Eindhoven, waar kunstenaars uit allerlei disciplines werken. Ze onderzocht hoe verschillende materialen elkaar beïnvloeden, zoals koper en gips of de wisselwerking van staal op eikenhout. Op die manier probeerde ze de juiste atmosfeer te ontdekken, die later een basis voor haar architectuur zouden vormen. Door het samenwerken met andere kunstenaars leerde ze nieuwe technieken. Zo maakte ze ramen zonder kozijnen voor een loft in een voormalige Philipsfabriek. Iets wat ze anders nooit had gedaan.
Deze technieken zette ze later in bij gebouwen. Zo vroeg een opdrachtgever om een uitbreiding voor een woning in Zeeland (2019) om het water van de Oosterschelde te kunnen zien vanuit het huis. Ze ontwierp een houten dakkapel, die met precisie in het stenen gebouw geschoven kon worden. Hierbij kon ze niet alles zélf meer maken, maar probeerde wel zo veel mogelijk prefab voor te bereiden. Ook bouwde ze een trap in het huis samen met een lokale Zeeuwse meubelmaker.
DIY met anderen
Het was een leerschool. ‘Do it yourself met anderen’, noemde Frings het. Ze wil de materialen waar ze mee werkt begrijpen. Een uitgangspunt dat ook geldt voor de architecten Raoul Vleugels en Niels Groeneveld, Frings’ medepartners bij Werkstatt. Zo zochten ze samen met restaurateurs van Limburgse vakhuizen nieuwe manieren om huizen te isoleren. De manier waarop Nederlandse huizen worden geïsoleerd is inefficiënt en niet duurzaam. Eerst worden huizen hermetisch afgesloten, waarna een systeem het klimaat buiten gaat nabootsen. Dat moet anders, zei Frings daarover. ‘Je doet toch ook geen strakke regenjas aan, waarin je zweet, om vervolgens de temperatuur aan te passen?’
Je doet toch ook geen strakke regenjas aan, waarin je zweet, om vervolgens de temperatuur aan te passen?’
Een eerste project waar de partners van Werkstatt dat toepasten was bij een huis in het Friese Oudega (2013-2019) gemaakt van kalkhennep. Ter plekke experimenteerden ze met isolatievormen. Ook liet Frings een lopend project bij een oude steenfabriek in Ooij aan de Waal zien, waar ze experimenteren met gips, hout en baksteen. ‘Er is spanning tussen de natuur en prefab,’ zei ze, ‘maar we proberen langzaam de beste vorm te vinden.’ Werkstatt blijft hierbij weg van referenties naar andere architecten en kijkt naar typologieën in de natuur en kunstinstallaties ter inspiratie.
Van happy few naar iedereen
Gespreksleider Dave Willems vroeg Frings wanneer ze haar laptop nog gebruikt. ‘Niet vaak,’ antwoordde ze, ‘maar ik moet de projecten uit de werkplaats wel vertalen naar computermodellen, zodat een projectontwikkelaar het daadwerkelijk kan bouwen.’ Frings kan vasthouden aan een eigen rigide manier van werken, maar om het bouwwerk te realiseren moet Werkstatt wel meewerken in bestaande structuren, anders kunnen ze de bouwwereld niet veranderen.
‘Zeker als we willen dat duurzaam bouwen niet enkel voor de happy few is, maar ook betaalbaar is voor een bredere groep, moeten er concessies gedaan worden.’
Tafelgast Paul van Hontum vroeg of bij het veranderen van de bouwcultuur verder gekeken moet worden dan het voorschrijven van ander soorten materiaal. Ja, antwoordde Frings, maar als architect zul je wel mee moeten op de bestaande paden. ‘Zeker als we willen dat duurzaam bouwen niet enkel voor de happy few is, maar ook betaalbaar is voor een bredere groep, moeten er concessies gedaan worden.’ Je kan heel principieel zijn en geen beton of aluminium meer willen gebruiken, maar op grote schaal blijft dat nodig, want we willen ook betaalbare woningen bouwen.
‘We proberen als een diesel veranderingen te brengen’, sloot Frings af. Het spanningsveld tussen duurzaamheid en betaalbaarheid blijft – zeker in deze tijd van materiaal schaarste. ‘Maar we zien veel bereidwilligheid bij projectontwikkelaars. En zo gaan we elke keer een stapje verder.’
Over Floor Frings Na haar master architectuur aan de Technische Universiteit Eindhoven (TUe) werkte Frings een aantal jaren bij Open Architecture Office – waar ze de technische en praktische kant van het vak leerde – en was ze lid van Collaboration O. Vanuit de sterke behoefte om te onderzoeken vanuit de werkplaats richtte ze Mato Architecten op. Sinds 2021 is Frings partner bij het Eindhovense ontwerpbureau Werkstatt, waar ze samen met architecten Raoul Vleugels en Niels Groeneveld ontwerpen maakt voor een gezonde, ecologische en sociale leefomgeving.
Meer informatie over Werkstatt: werkstatt.nu
Comments