Wat architectuur kan doen voor humane asielopvang
- ACN
- 4 dagen geleden
- 9 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 7 uur geleden
Tekst: Jozien Wijkhuijs | Beeld: More or Less Design
Hoe ontwerp je een nieuw thuis voor mensen die alles zijn kwijtgeraakt? Architecten, ontwerpers en beleidsmakers lieten zien hoe ontwerp kan bijdragen aan waardigheid, rust en eigen regie voor asielzoekers ā en waarom juist dĆ”t het verschil maakt. Redacteur Jozien Wijkhuijs ging op zoek naar de waarde van ontwerp en architectuur voor een humane asielopvang.
Ā

Zowel in Nijmegen als in de rest van Nederland zijn er veel anderen die zich daarmee bezighouden. In Nijmegen wonen op dit moment 520 asielzoekers in twee AZC-locaties: aan de Dommer van Poldersveldtweg en aan de Stieltjesstraat. Vanuit de spreidingswet moeten daar nog 300 plekken bij komen, en daarvoor heeft de gemeente een nieuwe locatie gevonden: een voormalig zorggebouw aan de Heyendaalseweg. Daarnaast is er nog de opvang van vluchtelingen die uit OekraĆÆne naar Nederland zijn gekomen. āDat gaat om ongeveer 700 mensen,ā zegt Jan Bannink, projectmanager opvang van de gemeente Nijmegen.
Ā

āIk denk dat 90% van de AZCās in Nederland wordt gerealiseerd in bestaand vastgoed,ā voegt hij daaraan toe. āEr wordt heel weinig nieuw gebouwd voor vluchtelingen.ā De primaire taak om AZCās te realiseren ligt bij het COA, vertelt hij. āDie zijn natuurlijk weer heel erg afhankelijk van de lokale situatie: zijn er panden beschikbaar, is er grond beschikbaar, hoe staat de gemeente erin?ā
Ā
De afdeling waar Bannink en zijn collega Diederik Walther werken, is ook verantwoordelijk voor de OekraĆÆense vluchtelingen, die binnen het beleid āontheemdenā worden genoemd.āDaar hebben we twee schepen in de Waalhaven voor, en drie andere locaties: ƩƩn op de Tarweweg, ƩƩn boven de bioscoop in de Tweede Walstraat en ƩƩn in een voormalige mulo-school aan de Prins Hendrikstraat,ā vertelt Walther. Op tafel ligt een boek over dat laatste project, met fotoās van de āPH7ā, zoals het gebouw heet. Het monumentale pand is namelijk een punt van trots voor zowel Bannink en Walther als voor Klok Bouw, het bedrijf dat bij de verbouwing betrokken was.
Minimaal en maximaal
Hoe dit soort gebouwen worden omgebouwd tot opvanglocatie, hangt van heel veel factoren af. Een van die factoren is natuurlijk tijd. āWe zijn ooit begonnen in de Jan Massinkhal, met stapelbedden in een grote hal. Dat is echt crisisopvang, met heel veel haast,ā zegt Bannink. Al snel bleek dat deze mensen langer zouden blijven dan in de eerste instantie gedacht. āWe dachten eerst dat ze na een half jaar tot een jaar naar huis zouden gaan, maar zoals we nu allemaal weten is dat anders gelopen.ā
Ā
Er is toen door de gemeente een lijst gemaakt, met bestaand vastgoed dat eventueel in te zetten zou zijn voor opvang. āEn daarna was het in een aantal panden met vouwwandjes snel ruimtes creĆ«ren. Er moesten toiletruimtes komen, een gemeenschappelijke keuken. We moesten met minimale middelen zo snel mogelijk een maximaal aantal ruimtes creĆ«ren.ā
Ā
Goede, compacte woningen
Bij het realiseren van opvanglocaties moeten gemeentes en het COA voldoen aan bepaalde normen. Zo moet er bij het COA bijvoorbeeld per bewoner bij noodopvang 2,5 m2 beschikbaar in slaapvertrekken en 1 m2 in een dagverblijf of eetzaal. Bij andere vormen van opvang gaat het om 5 m2 per persoon en gemeentes stellen vaak hun eigen Programma van Eisen (PvE) op, waarin ze hun eigen normen stellen.
Ā
Er zijn talloze initiatieven van organisaties en architecten die proberen binnen deze normen mee te denken over opvang. Zij bedenken manieren om te ontwerpen voor een zo prettig en praktisch mogelijke ervaring voor mensen. Een voorbeeld daarvan is Bert Karel Deuten. Hij richtte samen met collega Henk Bultstra bureau Sputnik op, dat nu vaak samenwerkt met Paul de Vroom onder de naam āteam pauldevroom + sputnikā.Ā
Ā

āWij werken veel voor sociale woningbouw,ā vertelt Deuten. āDaardoor zijn we ook geĆÆnteresseerd in hoe je goede, compacte woningen maakt.ā Hier hebben ze veel onderzoek naar gedaan en ook in samengewerkt met woningcorporaties. āOnze basiskwaliteit ligt in het puzzelen met plattegronden en in het praktisch maken van kleine woningen. Tegelijk waarschuwen we corporaties soms ook om niet nóg kleiner te gaan, iets dat in deze tijd voor hen vaak wel aantrekkelijk is.ā Vanwege deze expertise werden ze tien jaar geleden door het COA gevraagd om mee te werken aan een project in Emmen. āDat was een gezinslocatie. Op dat moment was de druk zo hoog dat in de woningen die daar stonden 2 gezinnen werden gehuisvest in plaats van 1.ā
Ā
De slaapkamers waren 10 m2, de woonkamer 15 m2, maar in de praktijk zag het COA dat de woonkamer helemaal niet werd gebruikt. āMensen mogen de hele dag niets, mogen niet werken, maar hebben ook geen zin om de hele dag in de woonkamer te gaan zitten, waar ze geen privacy hebben,ā zegt Deuten. āEr was daarnaast gebrek aan flexibiliteit van het gebruik van de ruimtes en de hele situatie leidde tot veel stress.ā
Ā Mensen mogen de hele dag niets, mogen niet werken, maar hebben ook geen zin om de hele dag in de woonkamer te gaan zitten, waar ze geen privacy hebben.
Ā
Putten in het plafond
Toen hij voor het eerst op een AZC kwam, vond Deuten het wel schrikken. āMet zān achten in een klein huis, slecht geĆÆsoleerd, putten in het plafond van waar mensen met de bezem er tegenaan sloegenā¦ā. Tegelijk zag hij hier ook een uitdaging in. āIk vond het heel interessant, omdat wij natuurlijk veel in de reguliere woningbouw zitten en daar gebeurde op dat moment niet zoveel. Er was weinig innovatie mogelijk, terwijl wij juist heel graag kijken hoe je met kleine ingrepen het woninggenot kan vergroten en in dit geval stress kan verminderen.ā
Ā
Volgens het bouwbesluit moet een woonkamer 11 m2 zijn. Pauldevroom + sputnik stelden voor om alle kamers die grootte te geven, zowel de woon- als slaapkamers. āDat is flexibeler. Je kunt een gemeenschappelijke ruimte maken als je individuen of stellen huisvest, maar het ook in twee subcompartementen opdelen die gezinnen naar eigen inzicht kunnen gebruiken.ā Ze werkten het plan uit en bekeken in welke samenstellingen dit zou kunnen worden gebruikt. āHet zou worden aanbesteed, maar dat is helaas niet doorgegaan. De Turkijedeal werd gesloten en het COA moest weer krimpen.ā Ze hebben met meerdere AZC-locaties meegedacht, om het bouwen voor opvang logisch en praktisch te laten zijn. āOok in dit soort situaties kan de manier waarop je ontwerpt zorgen voor meer woongenot en minder woonellende.ā
Ā
Meewerkstand
Bij het project op de PH7 in Nijmegen was ook een architect betrokken, namelijk Erik van Koolwijk van K3 Architectuur, vertelt Jan Bannink van de gemeente. āDat was ook een spoedklus, maar we probeerden wel iets te creĆ«ren waar mensen voor langere tijd kunnen blijven. Zodra we het pand niet meer gebruiken voor opvang van OekraĆÆners, kunnen er andere doelgroepen inwonen, van statushouders tot daklozen tot studenten, dat zien we tegen die tijd.ā Om dit te kunnen bewerkstelligen, moesten de partijen snel en effectief samenwerken. āHet pand is monumentaal, dus zowel wij als de architect moesten veel contact houden met de monumentencommissie,ā vertelt Bannink. Daarbij was er bij K3 Architectuur ondanks de haast toch nog ruimte om ontwerpen te maken die aansloten bij het pand, door de boogvorm van de doorgangen te verwerken in de deuren en overal kleine tulpen uit te frezen, die ook terugkomen in de tegels in de voorgevel.
Ā
Op die manier zijn er een kleine 130 opvangplekken gerealiseerd, waarbij de zolder, die eerst niet werd gebruikt, helemaal werd gerenoveerd en ook in gebruik werd genomen voor woonruimtes. Daarvoor moest de architect het trappenhuis doortrekken, omdat de zolder eerst alleen te bereiken was door een smalle trap. Daarbij zijn allerlei klassieke elementen zoals een erker met glas-in-lood en een schouw behouden. Ook is het pand helemaal verduurzaamd. āMensen hebben veel privacy in dit pand, ze delen wel een gang en een keuken,ā zegt Walther.
Ā
āHet is gewoon prachtig,ā zeggen beide mannen trots. āDat zeg ik niet omdat wij als gemeente dit hebben geĆÆnitieerd, maar dat is echt het werk van de architect,ā vult Walther aan. Ook voor de andere partijen hebben ze veel lof. āIedereen zat in de meewerkstand. Daardoor is ondanks de dwingende spoed het niveau hooggehouden.ā En in alle units kunnen in de toekomst heel gemakkelijk aansluitingen voor een keukentje worden gemaakt, daar is in dit bouwproces al rekening mee gehouden.
Ā
Spoed
Dit kan natuurlijk niet altijd, de PH7 is een voorbeeld waar alles goed viel, zegt Bannink. āDe vraag is wanneer iets nog spoed is bij een conflict dat nu al 2,5 jaar duurt. Als die spoed er niet is, moet je weer de normale wachttijden voor vergunningen aanhouden en de klus breder aanbesteden.ā Daarnaast is dit pand in het bezit van de gemeente, maar worden er ook wel eens opvanglocaties gemaakt op plekken waar het gaat om huur. āDan ga je meer bouwkundig kijken,ā zegt Walther. āWaar kunnen tijdelijke wandjes, wat is er al aan sanitair, hebben alle ruimtes een raam? We hebben daarvoor gewoon een afvinklijst.ā
Ā
Dit soort vragen speelt natuurlijk nog sterker als er in korte tijd noodopvang moet worden gerealiseerd in tenten, zoals eerder gebeurde in Heumensoord en op het sportpark Winkelsteeg. āKan het riool het aan, hoeveel sanitair kan er komen, bijvoorbeeld,ā zegt hij. āHier heb ik ervaring mee uit mijn oude werk in de festivalwereld. Ik heb een heel netwerk van bedrijven en organisaties die dit faciliteren en bouwen.ā Ook kijkt hij daardoor goed naar de logistiek op het terrein. āOp een festival mag je best even wachten op het toilet, maar deze mensen wonen hier en daar moeten gewoon genoeg wcās zijn. Ook moeten de douchehokjes ruim genoeg zijn om je er ook om te kunnen kleden, bijvoorbeeld. āIk ga dan echt zelf over het terrein lopen en kijken, klopt dit, hoe beweeg ik me hier?ā
Ā
Ontwerpkracht
Het idee achter veel opvanglocaties is dat mensen er niet lang zitten, stellen ook Bannink en Walther. Dat dit in de praktijk niet altijd zo is, moge duidelijk zijn uit de hausse aan berichtgeving en politieke discussies. Een ander voorbeeld van iemand die met een kleine ingreep probeert die langere periode prettiger te maken, is architect Anneloes de Koff. Ze heeft haar eigen bureau, studio Antidote, en werkt daarnaast aan een onderzoeksproject met Nanne Brouwer. Hij heeft ook een achtergrond in de architectuur, maar werkt nu vooral in social design, met zijn bureau de Toekomstfabriek. Samen werken ze aan een project genaamd De Wachtkamer, waarbij ze hun ontwerpkrachten inzetten voor het creƫren van meer privacy en rust door te beginnen bij de stapelbedden waarin mensen moeten slapen.
Ā
āWe zijn allebei afgestudeerd op het ontwerp van AZCās,ā vertelt De Koff. āMaar inmiddels doen we ook veel andere projecten. We vinden het belangrijk om tijd en ontwerpkracht in te zitten op een maatschappelijk project.ā Zo ontstond uiteindelijk De Wachtkamer. āHet is echt begonnen als een soort ontwerpend onderzoek,ā vertelt Brouwer. āHoe krijgen we de ervaring van bewoners en oud-bewoners boven tafel, welke rol speelt ontwerp, waar kunnen we de meeste impact maken?ā De twee wilden iets maken dat op meerdere plekken kon worden ingezet, van een azc in een oude school tot een noodopvang in tenten.
Ā
Ze gingen op zoek naar informatie, door middel van groepsgesprekken met ervaringsdeskundigen en door het verzamelen van fotoās van zoveel mogelijk locaties. āDie hebben we allemaal geprint en we hebben twee soorten gesprekskaartjes gemaakt. De eersten gingen over hoe de plekken er uitzien, is het donker of licht, hoog of laag, koud of warm,ā vertelt Brouwer. āOp de andere kaartjes stonden meer vragen over emoties. Hoe voelde je je op die plek?ā Het is een co-creatieve ontwerptechniek, waarin ze de mensen die het product moeten gebruiken ook echt zeggenschap hebben gegeven. āZe hebben zelden zelf de regie, wij hebben er echt op gelet dat dat nu wel zo was.ā
Controle
De gedeelde slaapkamer bleek de plek waar mensen de meest negatieve ervaringen hebben. āZelfs in nieuw ontworpen AZCās, van baksteen, energieneutraal, delen mensen een slaapkamer,ā zegt De Koff. Ook gaven medewerkers van de locaties aan dat gebrek aan regie over het eigen leven en privacy de belangrijkste componenten zijn die voor problemen zorgen. āJe hebt geen controle over de hoeveelheid licht, niet over of deuren dicht zijn of open, mensen zien je slapen, ook als je je niet lekker voelt.ā
Ā
āJe hebt geen controle over de hoeveelheid licht, niet over of deuren dicht zijn of open, mensen zien je slapen, ook als je je niet lekker voelt.ā
Dit alles zagen ze nog eens bevestigd door omgevingspsycholoog Joren van Dijk. āHet effect van deze opzet zorgt voor crowding, een fenomeen waarbij mensen constant onder druk en stress van sociale dynamiek staan. Mensen worden er ziek van en dan hebben we het niet nog niet eens over de verstoorde nachtrust,ā zegt Brouwer.
Ā
āDat was iets waar wij iets mee konden,ā zegt De Koff. Uiteindelijk ontwierpen ze een ombouw voor de stapelbedden die nu al worden gebruikt, waarbij het bovenste bed hoger wordt gemaakt zodat iemand ook rechtop kan zitten onderin. In de ombouw kunnen wat kleren worden opgehangen, er is ruimte voor wat persoonlijke spullen en er zitten gordijntjes op die dicht kunnen. Het bed wordt op dit moment getest in een noodopvang in Bleskensgraaf, om daarna te worden opgeschaald naar andere opvanglocaties.
Ā
Langere korrel
Dat eigen regie voor mensen belangrijk is, hebben Diederik Walther en Jan Bannink in Nijmegen ook gezien. āWij willen menselijk en humaan opvangen. Daardoor proberen we zoveel mogelijk mee te bewegen en zelfregie te bevorderen,ā zegt Walther. āWe hadden bijvoorbeeld rijst in grote hoeveelheden ingekocht bij Hanos, maar zijn na overleg met de bewoners overgegaan op een bepaald soort rijst met een langere korrel, die we in grote hoeveelheden uit West-Nederland hebben laten komen.ā Ze zeggen trots te zijn op hoe opvang in Nijmegen is geregeld. āWe proberen er naar omstandigheden het maximale eruit te halen.ā Ā
Ā
Ook het ACN stond stil bij het ontwerp van de architectuur van AZCās. Lees hier de terugblik vanĀ de avond in LUX. Architect Lorien Beijaert, politicus Quirijn Lokker en interieurarchitect Nasma Al-Shutfa gingen in gesprek over wat architectuur, ontwerp en beleid hierin kunnen betekenen.
Ā
Ā
Comments