We hebben de Lentloper, de Snelbinder, de Zalige brug en de Oversteek. Maar deze welvingen, hebben die een naam? Is er al een woord dat waardig is deze schoonheid aan te duiden? Op haar rug beweegt zich de ruigte van de stroom auto’s. Dat is haar reden van bestaan, haar lot, dat zij met de kracht en het geduld van Atlas draagt. Maar aan haar onderzijde ontvouwt zich haar ware aard. Aan deze onderkant is alles een verstilde stroom. Drie scheepsboegen klieven het water. Een gladde huid. Door haar bekisting met olie in te smeren werd haar huid zo glad. Haar rondingen weerspiegelen de Spiegelwaal. Bij elke stand van de zon en van het water is haar zachte glans weer anders. De rechte lijnen in haar huid geven de waterstand een maat, de gebogen lijnen laten het stromen van de waterdruppels zien die van haar af zullen druipen als ze diep in het water heeft gestaan. Natuurlijk verlangen we naar het hoge water dat weer andere verschijningsvormen van dit doodgewone grijze beton zal laten zien. We leven mee met de vleermuizen die, door hele kleine gaatjes, haar onontgonnen binnenruimten mogen gaan bevolken..
Wie durft een naam te geven aan dit wonder? Dit is geen brug, geen oversteek, geen loper, dit is een ongrijpbaar vriendelijk monster. ‘De walvis’ is mij te lomp, en ‘de dolfijn’ is weer te licht denk ik, te speels, want oei, wat staat ze stevig met haar poten in het water. Iets met Venus denk je dan. Maar is dat niet veel te teder? Weerspiegelt dat haar kracht voldoende? Welke naam geef je zoiets?