Eyup Sultan Moskee: ‘Als de eerste steen wordt gelegd, laten we wel een traantje.’
- ACN
- 10 apr
- 10 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 14 apr
Tekst: Willem Claassen | Foto's: More or Less Design
Na een lang voortraject krijgt de Nijmeegse Eyup Sultan Moskee eindelijk een nieuwe locatie. Op het Jonkerbosplein komt een gebedshuis waar in de eerste plaats verbinding centraal staat, met onder meer de toevoeging van kleine winkels en een stilteruimte voor andersgelovigen. Redacteur Willem Claassen ging op zoek naar het verhaal achter de nieuwe moskee.

Dertien jaar geleden kwam de Eyup Sultan Moskee aan de Vondelstraat in Nijmegen naar buiten met plannen voor de bouw van een nieuwe moskee. Een vrouw uit Duitsland, die familie in Nijmegen had wonen, stuurde een gouden armband per post om het project te ondersteunen. ‘Zij is inmiddels gestorven. Alleen al vanwege haar voelen we ons verplicht om door te zetten’, zegt Şenol Emuce. Het toont de emotionele lading die de nieuwbouw op het Jonkerbosplein voor veel betrokkenen heeft.
Emuce en zijn kompaan Nurettin Baydemir zijn allebei als tweede generatie Turkse Nederlanders geboren in Nijmegen en kregen als kind islamitisch onderwijs aan de Vondelstraat. Nu werken ze als bouwkundigen in de regio en zijn ze daarnaast lid van de bouwcommissie van de nieuwe moskee. De afgelopen dertien jaar hebben ze, samen met anderen, vele vrijwillige uren in het project gestoken. Het klinkt bijna als een levenswerk. ‘Er zit inderdaad veel gevoel bij’, zegt Baydemir. ‘Dat heeft er ook mee te maken dat onze ouders, die in het begin van het traject meebetaald hebben aan de nieuwe moskee, inmiddels overleden zijn.’
Oude limonadefabriek
De Eyup Sultan Moskee werd in 1974 gesticht door Turkse en Marokkaanse gastarbeiders. Zij werkten al enige jaren als gastarbeiders in fabrieken als ASW, Philips en Dobbelmann, en woonden veelal in de wijk Bottendaal. ‘In die eerste jaren hielden moslims hun gebed in de fabriekshallen, maar ze wilden graag een eigen pand’, zegt Baydemir. Ze konden terecht in de oude limonadefabriek van de firma Rengers in de Vondelstraat. ‘De eigenaar had plannen om de fabriek te verkopen’, zegt Emuce. ‘Op vakantie in Turkije kreeg hij een ongeluk. Hij werd door de mensen uit het dorp daar geholpen en dat gaf hem een positief beeld van de Turkse bevolking. Vervolgens kon de fabriek onder de vraagprijs worden overgenomen.’ In 1977 werd de moskee geopend. Vanwege taalverschillen kocht de Marokkaanse gemeenschap in 1985 de Bethelkerk aan de Pastoor Zegersstraat en nam dit pand in gebruik als moskee.
'We willen meer gaan doen voor de gemeenschap. Daarvoor hebben we niet alleen grotere gebedsruimtes nodig, maar ook een plek voor bijeenkomsten en voor onderwijs aan de jeugd.'
Inmiddels is bij de moslims in de Vondelstraat al lange tijd behoefte aan een nieuw gebouw. ‘Dit is een zeer verouderd pand met veel beperkingen’, zegt Emuce. ‘We willen meer gaan doen voor de gemeenschap. Daarvoor hebben we niet alleen grotere gebedsruimtes nodig, maar ook een plek voor bijeenkomsten en voor onderwijs aan de jeugd.’ Baydemir vult aan: ‘We zijn een groeiende moskee met veel actieve leden. De eerste generatie heeft vooral behoefte aan gebed. Zij hebben altijd veel gewerkt en hadden daarnaast alleen het gebed. De tweede en derde generatie heeft gestudeerd en wil iets meer, zoals debatten en lezingen.’
Huidige Eyup Sultan Moskee aan de Vondelstraat
Zo houden jongeren op dit moment in de oude moskee elke vrijdag een presentatie. Niet alleen over het geloof, ook over kunst en technologie, bijvoorbeeld over maanreizen. ‘Dat vinden ze interessant en daardoor komen er steeds meer jongeren bij’, zegt Baydemir. Het huidige pand is te klein om de verschillende doelgroepen goed te bedienen. ‘Als de jongeren luidruchtig zijn, botst dat met de ouderen. Daar komt de behoefte om te parkeren bij. Op deze plek in de stad is de ruimte beperkt en heb je alleen betaald parkeren. Ook is het een erg gesloten gebouw.’ Emuce: ‘Het lijkt net een gevangenis, zo met die poort. We willen een open gebouw.’

Open karakter
Het open karakter wordt het belangrijkste kenmerk van de nieuwe moskee. Emuce en Baydemir noemen daarbij de Ulu-moskee als voorbeeld. Dit gebedshuis werd in 2015 in de wijk Lombok in Utrecht in gebruik genomen en is de grootste van Nederland. Emuce: ‘In Utrecht lukt het. Daar trekt de moskee andere mensen van andere culturen.’ Uniek aan die moskee is dat er ook een gebedsruimte is voor andersgelovigen. ‘Dat willen wij ook, een stilteruimte waar we de bijbel en de thora neerleggen’, zegt Baydemir.
Ook moslims zonder Turkse achtergrond zullen welkom zijn. ‘Op dit moment komen bij ons doordeweeks al verschillende groepen moslims bidden, zoals Somaliërs, omdat de taal dan Arabisch is. Op vrijdag is het gebed in het Turks. In de nieuwe moskee komt er ondertiteling, zodat het toegankelijk is voor iedereen.’ Het Jonkerbosplein past als locatie goed bij dit ideaal, volgens het tweetal, want het is een open, aanspreekbare plek. Baydemir: ‘Er bestaan allerlei cowboyverhalen en met deze moskee kunnen we aantonen: zo zijn we helemaal niet. Het heeft echt toegevoegde waarde en dat beseft Nijmegen, en ook de gemeente, nog niet helemaal.’
'Er bestaan allerlei cowboyverhalen en met deze moskee kunnen we aantonen: zo zijn we helemaal niet.'
Zichtbaarheid en nuance
Weerstand tegen dit soort projecten is er in bepaalde delen van de samenleving al decennia, gevoed door angst voor het onbekende en voor de ander. Volgens de Haagse architect en projectontwikkelaar Cihan Bugdaci komen deze negatieve emoties over de islam juist bij nieuwe moskeeën naar buiten vanwege de zichtbaarheid. ‘Het idee leeft dat er steeds meer moskeeën bijkomen. Dat is echter niet het geval, eerder gaat het aantal omlaag omdat kleine moskeeën samengevoegd worden voor het realiseren van een nieuwbouwplan. Maar door die nieuwbouw zijn ze wel veel zichtbaarder.’ Oude moskeeën zijn zogenaamde schuilmoskeeën, legt Bugdaci uit. ‘Ze bevinden zich in bestaande panden en vallen daardoor niet zo op. Bij nieuwbouw kom je vol in het straatbeeld en daar vinden mensen dan iets van.’ Hij ziet dat ook bij andere minderheden die zich emanciperen. ‘Deze groepen zijn er al heel lang, maar als zo’n groep zichtbaarder wordt, zorgt dat ook voor discussie. Jammer dat het eerst wrijft, maar daarna volgt acceptatie.’
Toch kan wrijving de weerstand ook vergroten. Daarom publiceerde Bugdaci samen met zijn collega Ergun Erkoçu in 2009 De moskee, een boek met essays, columns en foto’s van wetenschappers, architecten, ontwerpers en kunstenaars over de maatschappelijke en architectonische aspecten van de Nederlandse moskee. ‘Dat was een reactie op het verharde politieke klimaat in die tijd. We wilden het bestaande beeld nuanceren en verdiepen door de moskee te belichten vanuit de architectuur en vanuit zijn functie. Daarmee werd de discussie breder. De moskee was een kapstok om het te hebben over hoe de samenleving er eigenlijk uitziet, het samenleven met verschillende groepen.’
Het boek bracht volgens Bugdaci iets teweeg. Bij nieuwbouw werd in die tijd vooral gekozen voor de zogenaamde heimweemoskee, een geloofsgebouw met zeer traditionele uitstraling, gekopieerd uit Marokko en Turkije. ‘Gaandeweg gingen moskeebesturen anders denken: waarom houden we vast aan een eeuwenoud kleurenpatroon? De vormentaal werd een discussiepunt met meerdere opties.’
'Het gaat er uiteindelijk om dat we accepteren dat er verschillende groepen in de samenleving zijn en dat de eigen identiteit de ruimte krijgt.'
Wat betreft het samenleven van verschillende groepen is er sinds 2009 misschien wel iets verschoven, maar in het algemeen lijkt er weinig te zijn veranderd. In het boek zegt Erkoçu: ‘Het zou mooi zijn als we over een x-aantal jaren niet meer over wij-zij hoeven te spreken’. Terugblikkend beschouwt Bugdaci dat als wensdenken. ‘Het gaat er uiteindelijk om dat we accepteren dat er verschillende groepen in de samenleving zijn en dat de eigen identiteit de ruimte krijgt. Maar er zullen helaas altijd groepen tegenover elkaar staan, waarbij sommige groepen minder ruimte krijgen.’
Van buiten naar binnen
Terug naar de nieuwe Eyup Sultan Moskee. Hoe gaat het nieuwe gebouw eruitzien? Centraal staat de gebedsruimte, een vierkant gebouw met koepel dat met een lichte verdraaiing tegenover de twee zuilengalerijen staat en naar het oosten is gericht. Als je de moskee betreedt, word je stapsgewijs naar dit gebouw geleid. Via een van de drie ingangen ga je eerst langs de zuilengalerijen, dan over het open binnenhof en vandaaruit kun je naar de gebedsruimte met koepel. ‘Het is echt van buiten naar binnen’, zegt Emuce. ‘Hoe dieper je de moskee ingaat, hoe rustiger en stiller het wordt.’ Aan de buitenzijde komen twee losse minaretten van veertig meter hoog te staan. In de gevels van de gebedsruimte en de zuilengalerij komt in Koefisch schrift, een kalligrafie van het Arabisch, ‘Geen God dan God’ te staan. Bij de bouw wordt gebruik gemaakt van fijn filigraan metselwerk en duurzame bouwmaterialen.

Bij de plannen voor de inrichting valt als eerste het multifunctionele karakter op. In de zuilengalerijen komen op de begane grond kleine commerciële zaakjes, zoals een groentewinkel, een kapper en een bakker. Emuce: ‘Zodat je alles in rust kunt doen voordat je naar de moskee gaat en niet nog naar andere plekken hoeft om boodschappen te doen’. Ook komt daar een ruimte voor andersgelovigen en mogelijk een bibliotheek. Op de eerste verdieping van de zuilengalerijen zijn klaslokalen en vergaderruimtes te vinden, op de tweede verdieping ontmoetingsruimtes, een mogelijke fitnessstudio en appartementen voor de imams.
Het binnenhof wordt een plek waar kermissen, oftewel braderieën, gehouden kunnen worden. Verder wordt het gebruikt voor Salat-ul-Djanazah, het gebed voor de overledene. De lijnen van de bestrating wijzen in de richting van Mekka. En dan de gebedsruimte, die bestaat uit vier lagen. In de kelder bevinden zich sanitaire voorzieningen voor mannen en vrouwen, een technische ruimte, een opbergruimte en een mortuarium.
Op de begane grond komt een conferentieruimte, en verder een keuken, garderobe, receptie, podium en een kleedruimte. De eerste verdieping is bestemd voor de gebedsruimte van de mannen en de tweede verdieping voor de vrouwen. De moskee staat tussen hoogbouw, maar zal niet overschaduwd worden. Baydemir: ‘Dat wordt voorkomen door deze nieuwe hoogbouwcomplexen trapsgewijs te bouwen, met het laagste gedeelte aan de zijde van de moskee.’
'Je moet sommige dingen weten, bijvoorbeeld dat een toilet dicht bij de gebedsruimte niet handig is en dat de ruimte voor de schoenen groot genoeg is.’
Architect van het project is m3 architekten uit Stuttgart. De bouwcommissie benaderde verschillende architecten en vond het daarbij vooral belangrijk dat iemand vertrouwd is met het ontwerpen van moskeeën. ‘Je moet sommige dingen weten’, zegt Emuce. ‘Bijvoorbeeld dat een toilet dicht bij de gebedsruimte niet handig is, dat de imam een eigen plek nodig heeft en dat de ruimte voor de schoenen groot genoeg is.’ Ook speelde betaalbaarheid een rol. Dat m3 architekten eerder een prijs won voor het ontwerpen van een moskee in Dubai is een mooie bijkomstigheid.

Waardering
De Commissie Beeldkwaliteit (tegenwoordig Adviescommissie Omgevingskwaliteit) van gemeente Nijmegen bestudeerde in 2019 de schetsontwerpen en was ‘aangenaam verrast met het buitenterrein en de bouw’. Er waren kleine kanttekeningen destijds, maar de commissie stelde: ‘De moskee heeft een hedendaagse architectonische uitstraling gekregen terwijl de herkenbaarheid van een moskee gewaarborgd blijft.’ Ook Bugdaci is als buitenstaander te spreken over de plannen van de Nijmeegse moskee, kijkend naar tekeningen die inmiddels iets verouderd zijn. Zelf ziet hij meer in de zogenaamde poldermoskee, waarbij de eigentijdse Nederlandse context voorop staat en de traditionele minaret en koepel ontbreken, maar hij vindt dat dit ontwerp ook omarmd moet worden. ‘Liever een iets conservatiever beeld met een progressief bestuur, dan andersom.’
Aan de tekeningen is volgens Bugdaci duidelijk te zien dat de gemeenschap zich met deze moskee zich bewust positioneert. ‘Daar is goed over nagedacht, dat zie je aan die strakke lijnen. Niet meer van die tierelantijnen.’ Al wil hij daar eigenlijk niet te veel over oordelen, verwijzend naar het essay van Eric Roose (onderzoeker van moderne religieuze architectuur) in het boek ‘De Moskee’. Roose stelt daarin dat er in de discussie over moskeeontwerpen te veel nadruk ligt op integratie en moderniteit in vaststaande categorieën, terwijl er meer gekeken zou moeten worden naar specifieke varianten op een geloofssysteem die uitgaan van de behoeften van de gebruikers.
Bugdaci is verder enthousiast over de multifunctionaliteit. ‘Van oudsher is een moskee niet alleen een gebedshuis, daar zat ook een bakker en een kapper bij. Die vorm komt in Nijmegen nu terug.’ Ook de plannen om een verbindende factor te zijn, waardeert hij. ‘Dat er een stilteruimte komt voor iemand die bijvoorbeeld joods is, zorgt voor een bredere aantrekking van het gebouw. Het krijgt daarmee een publieke functie. Ook door de ondertiteling van het gebed, daarmee maak je de moskee breder dan alleen voor je eigen doelgroep en word je relevanter. Dat is belangrijk met het oog op een gezamenlijke toekomst.’
De komende decennia zullen moskeeën hard moeten werken om de derde generatie bij zich te houden, verwacht Bugdaci. ‘Dat komt omdat het aanbod om mensen te ontmoeten en om activiteiten te ondernemen tegenwoordig heel groot is, zowel in realiteit als virtueel. De derde generatie heeft de moskee voor zichzelf niet nodig. Er zijn talloze alternatieven en daar moet de moskee mee leren omgaan.’ Dat jongeren nu al in de oude Nijmeegse moskee presentaties aan elkaar geven, vindt hij een goede strategie. ‘Het werkt hetzelfde als in een commerciële context: je moet de doelgroep het programma laten bepalen.’
Hobbels
Het traject in aanloop naar de bouw van de Eyup Sultan Moskee was lang en kende enkele hobbels. Zo werd de financiering gewantrouwd door onder andere een rechtse actiegroep. De moskee ontvangt namelijk geld van de Islamitische Stichting Nederland. Dit is een dochterorganisatie van Diyanet, het Turkse presidium voor Godsdienstzaken. Volgens de criticasters zou Erdogan invloed hebben op de nieuwe moskee. In een genuanceerd artikel in De Groene Amsterdammer uit 2020 over Turkije en Nederlandse moskeeën werden soortgelijke claims geschaard onder ‘angstreflexen en complottheorieën’.
Emuce en Baydemir geven aan dat het project het van donaties moet hebben. ‘Onze imam gaat in Nederland, Duitsland, Frankrijk en België langs moskeeën om geld op te halen’, zegt Baydemir. ‘Maar dat is slechts een deel’, vult Emuce aan. ‘Het grootste deel komt van onze gemeenschap zelf. Verder lenen we eenderde deel zonder rente bij de Islamitische Stichting Nederland. Daarvoor moesten we eerst honderden handtekeningen verzamelen van mensen die willen doneren. En dat moeten we straks terugbetalen.’
Een andere hobbel had te maken met de grote bouwplannen in Winkelsteeg, die er tijdens het proces tussendoor kwamen en waar de moskee onderdeel van werd. Emuce: ‘Daardoor werd in 2020 het plan door de gemeente gewijzigd en dat heeft voor veel vertraging gezorgd.’ Met name de parkeerplekken zorgden vervolgens voor spanningen tussen gemeente Nijmegen en de bouwcommissie. Eerst wilde de gemeente een parkeergarage gaan bouwen naast de nieuwe moskee, waarvan de islamitische bezoekers een van de verdiepingen zouden kunnen gebruiken. Later veranderde dit plan weer: de gemeente besloot de parkeergarage te verplaatsen naar het nieuwe sportcomplex waar nu de Jan Massinkhal staat, een paar honderd meter verderop. Voor oudere bezoekers is die afstand te groot, stelde de bouwcommissie. Ook was de commissie niet blij dat er in de moskee slechts twaalf keer per jaar een externe, niet-religieuze activiteit gehouden mag worden. ‘Dat komt voort uit angst voor de gemeenschap’, zegt Baydemir. Toch is er overeenstemming bereikt.
'Tijdens de ramadan eten nu al ’s avonds niet-islamitische studenten met ons mee. Dat willen we meenemen naar het Jonkerbosplein.'
Traantje
Na dertien jaar is het dan eindelijk beklonken: de moskee gaat er komen. De verwachting is dat het gebedshuis binnen vijf jaar af zal zijn. Vanwege beperkte financiën zal de bouw stapje voor stapje gaan. Baydemir: ‘We beginnen met de gebedsruimte en dan werken we het verder uit, afhankelijk van het geld. Per zaal kijken we hoe het verder gaat.’ Uiteindelijk moet het een plek worden waar 1200 tot 1500 gelovigen terechtkunnen en een ontmoetingsplek voor verschillende culturen. ‘Als het gebouw er staat, wordt het ook tastbaar dat culturen samengaan. Tijdens de ramadan eten nu al ’s avonds niet-islamitische studenten met ons mee. Dat willen we meenemen naar het Jonkerbosplein.’
Het hele proces voelt voor Emuce en Baydemir als het lopen van een marathon in estafetteverband. ‘Je loopt en je loopt, en soms zit je er helemaal doorheen,’ zegt Emuce. ‘Dan neemt een collega uit de bouwcommissie het van je over. En als je weer uitgerust bent pak je het stokje weer over.’ Baydemir: ‘Er zijn vrienden die soms vragen: aan wat voor project ben je begonnen?’ Daar komen de emoties over inmiddels overleden geloofsgenoten bovenop. Emuce: ‘Als de eerste steen wordt gelegd, laten we wel een traantje.’
Commentaires