top of page
  • Foto van schrijverACN

Terugblik 18 sept// Voedsel voor de stad (livestream)

Zijn onze steden eigenlijk wel in te richten voor onze voedselvoorziening? Tussen al dat steen is tenslotte weinig ruimte voor land- en tuinbouw of, om maar iets te noemen, veeteelt. Met busjes en vrachtwagens, die in smalle straten laden en lossen, halen we ons eten naar de stad. Daarbuiten vindt onze voedselproductie plaats en wel op grote schaal. Nederland is met 90,3 miljard euro wereldwijd de op één na grootste exporteur van landbouwgoederen. En dat terwijl voedselproductie veel van ons land vergt. Het onttrekt grondwater in tijden van waterschaarste, verbruikt grootschalig energie, antibiotica en pesticiden en is verantwoordelijk voor, het kan je haast niet ontgaan zijn, een groot deel van de stikstofuitstoot. Hoe gaan we in tijden van urbanisatie en klimaatverandering om met onze voedselvoorziening?

We vroegen het aan hoogleraar evolutionaire ecologie Louise Vet en architect en oprichter van Building Integrated GreenHouses (BIGH) Steven Beckers. Filosoof en auteur van het boek 'Goed Eten' Michiel Korthals ging met beide experts het gesprek aan tijdens deze combinatie van programma en diner op het prachtige Landgoed Grootstal.

Louise Vet, Steven Beckers en Michiel Korthals


Leren van de natuur

Volgens Vet is de mens de meest invasieve soort ooit. Dat is te wijten aan onze lineaire, destructieve economie die we terugzien in onze landbouw. De productie ontwikkelt zich als een industrieel proces en de kosten worden bij het publiek domein neergelegd. In onze honger naar ‘meer’, vernietigt de landbouw biodiversiteit en ‘ecosysteemdiensten’: vruchtbare bodem, schoon drinkwater en natuurlijke gewasbestuiving. Terwijl ecologische diversiteit zorgt voor veerkracht en risicospreiding. Het is volgens Vet dus de hoogste tijd te leren van de natuur: een complex systeem van ruimtelijke interactie zonder afval. En dat kan. Met kringlooplandbouw en biodiversiteitsherstel werkt Wageningen University & Research (WUR) aan bewustwording op alle niveaus. Pioniers en voorbeeldprojecten leiden de weg naar het doorbreken van monoculturen, het opzetten van voedselbossen en het combineren van gewassen voor natuurlijke gewasbescherming. Om de omslag te maken naar de 65.000 bedrijven die onze monden voeden, speelt de opmars van streekproducten, korte ketens en vers voedsel een belangrijke rol. Maar kunnen we ook op grote schaal voedsel produceren in de stad? Nee, aldus Vet. “We gaan er niet de bulk mee maken, maar het is wel belangrijk voor onze bewustwording”.

Voorbij urban farming

Architect Steven Beckers onderzocht in opdracht van de gemeente Brussel de potentie van urban agriculture. Je kunt volgens Beckers elk braakliggend terrein gebruiken en veel m² vinden voor stadslandbouw. Dat is leuk voor een abonnement op een pluktuin, maar wanneer levert het geld op? Beckers bedacht een nieuw model om de stad ook echt productief te maken: Building Integrated Greenhouses (BIGH).

Hij gebruikt de stad als ecosysteem en brengt in BIGH energie, regenwater, CO2, arbeid en afzetmarkt samen. Met vijvers voor zalmforel op de grond en kassen voor groente op het dak, zonder pesticiden, antibiotica of kustmest is BIGH volledig circulair. Vissenuitwerpselen brengen stikstof uit ammoniak in de biofilter, dat gaat naar de planten. Hommels bevruchten, wormen bestrijden ongedierte. Door de sociale achterstand in de wijk waren er bovendien veel kansen om mensen te laten werken op de ‘farm’.

Waarom juist wel in de stad? Dat heeft een socio-economische reden aldus Beckers: je zorgt voor werkgelegenheid, afzetmarkt en een enorme productie met een fractie van het normale watergebruik. Mensen kunnen ervan leven en blijven gemotiveerd om te werken en te investeren. Dit is voorbij urban farming, dit is voedselproductie in synergie met de onderliggende winkels en koelingen die warmte produceren.

Dat ging niet zomaar geeft Beckers toe. De vissoort sloeg niet aan, er was een te kleine markt, productie bleef achter, investeerders trokken zich terug, er waren onvoorziene veiligheidsvoorschriften en de distributie bleek te complex (huur een logistiek bedrijf in en bezorg per fiets). Inmiddels zijn deze kinderziektes overwonnen en is Veolia ingestapt als investeerder. Een volgende stap is het verlagen van de verkoopprijs om voor iedereen een betaalbaar alternatief te kunnen bieden.

I’m not rich enough, to buy cheap

Michiel Korthals merkt op dat landbouw in de stad moeilijk is voor de hele schijf van vijf, aardappels en graan hebben meer ruimte nodig. Ook alternatieven voor graan zoals kastanjes en seizoensgebonden groente en fruit zouden meer tot ons voedselpatroon moeten horen. Beckers: gedragsverandering treedt op als consumenten het verschil leren kennen tussen laagwaardige, goedkope en bederfelijke en hoogwaardige smakelijke (maar ook dure) tomaten. Of zoals een klant het na een positieve ervaring verwoordde: “I’m not rich enough, to buy cheap.” Steden staan volgens Beckers in de rij om het model over te nemen.


Michiel Korthals vatte de bijeenkomst samen: We zijn als mens onderdeel van de natuur. Voeding vertegenwoordigt daarbij heel veel waarden. Het is gezond, sociaal en kinderen die ermee opgroeien, waarderen voeding meer. Het loont dus de moeite om voedsel net als natuur de stad in te halen. Maar het metabolisme van de stad heeft nog wel een ‘lek’ aldus gastvrouw Kien van Hövell tot Westervlier: Onze uitwerpselen belanden niet terug in de keten. Hoe zorgen we ervoor dat we als stad iets teruggeven aan het land en onze voedselproductie? Louise Vet: Goed punt, het zou 25% van onze fosfaten terugdringen. Via een helofytenfilter kun je deze ‘ecosysteemdienst’ inzetten. Dan is het dus geen afval meer, maar Voedsel voor de stad.


Kon je er niet bij zijn? Geen nood, ook dit programmaonderdeel was te volgen via de livestream kun je terugkijken via ons Youtubekanaal


590 weergaven

Gerelateerde posts

Alles weergeven

Comments


bottom of page